Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een predikant claimde onder meer aftrek van kosten voor het gebruik van zijn huiskamer, omdat hij die bij bepaalde gelegenheden als ontvangstruimte gebruikte. De inspecteur accepteerde de huiskamerkosten niet, onder meer wegens het omvangs- en vergelijkingscriterium. Hof Den Haag besliste echter dat op de huiskamer de aftrekbeperking van artikel 36, lid 2, letter f, Wet IB niet gold. De huiskamer werd niet (nagenoeg) uitsluitend voor de ambtsuitoefening gebruikt, maar ook niet (nagenoeg) uitsluitend voor het persoonlijke leven van het gezin. Daarom was het redelijk om de kosten van het huiskamergebruik naar tijds- en/of ruimte-evenredigheid in aftrek toe te laten. Op de zitting voor het Hof wilde de inspecteur nog intern compenseren. Hof Den Haag wees dit in dit geval af op basis van het rechtszekerheidsbeginsel. De Hoge Raad oordeelt dat het hof daarmee een te streng criterium voor de interne compensatie heeft aangelegd. Het geschil wordt verwezen.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
1993
Instantie
HR
Datum instantie
8 december 1998
Rolnummer
33.370
ECLI
ECLI:NL:HR:1998:AA2612

Naar de bovenkant van de pagina