Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze gemeenschappelijke bijlage bij conclusies van A-G Koopman staat centraal tot welk moment fiscale partners de onderlinge verdeling kunnen herzien van een gemeenschappelijk inkomensbestanddeel of de gezamenlijke grondslag box 3. Op grond van artikel 2.17, lid 4, Wet IB 2001 kunnen fiscale partners de onderlinge verhouding van de verdeelbare posten gezamenlijk wijzigen, in beginsel tot het moment waarop de aanslag, navorderingsaanslag, conserverende aanslag of conserverende navorderingsaanslag van de belastingplichtige en zijn partner, onherroepelijk vaststaan. Op 28 juni 2024 heeft A-G Koopman conclusies genomen waarin de vraag aan bod kwam of een gezamenlijke keuze eenzijdig kan worden herzien (23/04950, ECLI:NL:PHR:2024:696 en 23/04953, ECLI:NL:PHR:2024:698). De eenzijdige herziening komt niet aan bod in de onderhavige conclusies. In de drie zaken waar deze bijlage bij hoort, gaat het namelijk om een gezamenlijke keuze tot wijziging van de onderlinge verhouding. Het betreft de zaken met nummer 24/01207 (ECLI:NL:PHR:2024:1133, NLF 2024/2604) en 24/01208 (ECLI:NL:PHR:2024:1134 NLF 2024/2600), inzake een herverdeling van gemeenschappelijke inkomensbestanddelen in het kader van een navorderingsaanslag, en de zaak met nummer 24/01291 (ECLI:NL:PHR:2024:1135, NLF 2024/2601) inzake een herverdeling van de grondslag van box 3 na achterwaartse verliesverrekening.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2015, 2018
Instantie
A-G
Datum instantie
25 oktober 2024
Rolnummer
24/01207; 24/01208; 24/01291
ECLI
ECLI:NL:PHR:2024:1185
Auteur(s)
mr. T.C. Hoogwout
Erasmus Universiteit Rotterdam / Zelfstandig belastingadviseur
mr. Y.E.J. Geradts
Geradts & Vetter Advocaten
NLF-nummer
NLF 2024/2603
Judoregnummer
JCDI:NFB6670
bwbr0011353&artikel=2.17,bwbr0011353&artikel=2.17

Naar de bovenkant van de pagina