Direct naar content gaan

Samenvatting

X bv houdt zich onder meer bezig met het op medisch voorschrift aanpassen van door cliënten ter beschikking gestelde confectieschoenen om deze geschikt te maken voor personen met een orthopedische aandoening. De confectieschoenen worden door de cliënten zelf in specifieke (speciaal)zaken gekocht en aan X bv ter beschikking gesteld voor het aanbrengen van bedoelde aanpassingen. Na het voltooien van de werkzaamheden worden de schoenen weer in handen van de cliënt gesteld.

In cassatie is in geschil of de aanpassingen die X bv aan de confectieschoenen verricht, leiden tot de ‘vervaardiging’ van orthopedische schoeisel. Indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord, heeft X bv terecht op deze dienstverlening het verlaagde omzetbelastingtarief toegepast.

Hof Den Bosch heeft geoordeeld dat de schoenen na de door X bv uitgevoerde aanpassingen orthopedisch schoeisel zijn in de zin van tabel I, post a.35. Het Hof heeft vervolgens geoordeeld dat X bv terecht het verlaagde tarief heeft toegepast aangezien zij roerende zaken, te weten orthopedisch schoeisel, heeft vervaardigd en opgeleverd in de zin van tabel I, post b.16. Daartoe heeft het Hof – onder verwijzing naar HR 19 november 2010, 08/01021, ECLI:NL:HR:2010:BM6681 – geoordeeld dat in wezen een nieuwe schoen wordt gemaakt.

De Hoge Raad acht de oordelen van het Hof juist en verklaart het door de staatssecretaris van Financiën ingestelde cassatieberoep ongegrond. Anders dan de staatssecretaris betoogt, houdt het arrest van 19 november 2010 niet in dat met betrekking tot het begrip vervaardigen voor onroerende zaken een andere maatstaf geldt dan voor roerende zaken.

Contrair Conclusie A-G Ettema.

Het arrest van de Hoge Raad is kort en toch kan er voldoende uit worden opgemaakt.

Toets voor vervaardiging roerende en onroerende zaken hetzelfde

Het is goed dat de Hoge Raad verduidelijkt dat de toets of sprake is van een vervaardiging hetzelfde is voor roerende en voor onroerende zaken. In beide gevallen gaat het erom dat sprake is van een vervaardiging, indien een goed wordt voortgebracht dat tevoren niet bestond. Deze toets is ontleend aan de klassieker het Van Dijk’s Boekhuis-arrest. Voor onroerende zaken is deze toets nader ingevuld met het in wezen nieuwbouw-criterium

Functiewijziging niet van belang of een goed is vervaardigd

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2005
Instantie
HR
Datum instantie
23 september 2016
Rolnummer
15/01732
ECLI
ECLI:NL:HR:2016:2137
Auteur(s)
mr. M.W.C. Soltysik
Zeker Fiscaal/Rechter-plaatsvervanger Rechtbank Zeeland-West-Brabant
NLF-nummer
NLF 2016/0189
Aflevering
6 oktober 2016
Judoregnummer
JCDI:NFB47
bwbr0002629,bwbr0002629,bwbr0002629&artikel=11&lid=1,bwbr0002629&artikel=11&lid=5,bwbr0002629&artikel=11&lid=5,bwbr0002629&artikel=3,bwbr0002629&artikel=4,bwbr0002629&artikel=9,bwbr0002629&artikel=11&lid=1,bwbr0002629&artikel=20&lid=1,bwbr0002672&artikel=15e&lid=10

Naar de bovenkant van de pagina