Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) is bij beschikkingen van 23 april 2015 aansprakelijk gesteld op grond van artikel 40, lid 1 en 5, IW 1990 voor door A (bv) en B (bv) niet betaalde belastingaanslagen vpb (hierna: de aansprakelijkstellingen). Nadat geen verder uitstel van betaling is verleend, heeft X het openstaande bedrag uit hoofde van de aansprakelijkstellingen niet voldaan.

Aan X zijn met dagtekening 1 november 2019 een tweetal dwangbevelen uitgevaardigd met betrekking tot de aansprakelijkstellingen, waarbij in totaal een bedrag van € 12.424 (€ 3.702 + € 8.722) aan kosten van betekening in rekening wordt gebracht.

In geschil is of de kosten van betekening terecht en tot de juiste hoogte in rekening zijn gebracht.

X betoogt onder meer dat deze moeten komen te vervallen, omdat de aan de aansprakelijkstellingen ten grondslag liggende aanslagen zijn verjaard.

Hof Arnhem-Leeuwarden gaat ervan uit dat de vennootschappen zijn opgehouden te bestaan per de datum waarop zij zijn uitgeschreven uit het Handelsregister, te weten respectievelijk 27 juli 2016 en 31 mei 2017. Eventuele stuitingshandelingen ten aanzien van de onderscheidenlijke belastingaanslagen verricht vóór deze data, hadden moeten worden gericht tot de vennootschappen zelf, terwijl stuitingshandelingen na deze data tot de aansprakelijkgestelde(n) dienden te worden gericht.

De Ontvanger heeft de verjaring van twee belastingaanslagen tijdig en op juiste wijze gestuit, zodat het recht op dwanginvordering van de aansprakelijkheidsvordering in zoverre in stand blijft. Ten aanzien van drie belastingaanslagen is de verjaring niet gestuit, zodat de betreffende belastingschulden zijn verjaard en het recht op dwanginvordering van de aansprakelijkheidsvordering in zoverre is geëindigd.

Het Hof vernietigt en vermindert de kostenbeschikkingen.

De Hoge Raad heeft op 31 maart 2023 het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar artikel 81 Wet RO (22/01010)

Metadata

Rubriek(en)
Invordering
Belastingtijdvak
2008-2009
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
1 maart 2022
Rolnummer
21/00521
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:1677
Auteur(s)
J.H.P.M. Raaijmakers
Raaijmakers Belastingadvies en Educatie
NLF-nummer
NLF 2022/0582
Aflevering
24 maart 2022
Judoregnummer
JCDI:NFB4908
bwbr0004770&artikel=5,bwbr0004770&artikel=5,bwbr0004770&artikel=40,bwbr0004770&artikel=40

Naar de bovenkant van de pagina