Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft bezwaar gemaakt tegen de hoogte van de WOZ-waarde van zijn woning voor het jaar 2022, de aanslag afvalstoffenheffing 2022 en de aanslag hondenbelasting 2022. Hij heeft verzocht om te worden gehoord. Het bezwaar is ongegrond verklaard.

X stelt bij Rechtbank Oost-Brabant dat hij ten onrechte niet is gehoord. Volgens de Heffingsambtenaar is X telefonisch gehoord. Hij heeft toegelicht dat als een belanghebbende wordt gebeld voor een telefonisch hoorgesprek, op dat moment wordt gevraagd om toestemming voor het telefonisch horen. Zo moet het ook zijn gegaan bij X. De Heffingsambtenaar heeft op de zitting een screenshot overgelegd uit zijn interne administratie waarin te lezen is wat tijdens het telefoongesprek is besproken.

Uit de overgelegde screenshot kan de Rechtbank niet opmaken dat X is uitgenodigd voor een hoorzitting en dat hij de mogelijkheid heeft gehad om al zijn standpunten toe te lichten tijdens het telefoongesprek. Ook is niet duidelijk of X om toestemming is gevraagd voor een telefonische hoorzitting of dat toestemming is gegeven.

De Heffingsambtenaar heeft aldus niet aangetoond dat er een hoorzitting is geweest die voldoet aan de vereisten die afdeling 7.2 Awb hieraan stelt. Aangezien X door de gang van zaken is benadeeld, wordt de zaak teruggewezen naar de Heffingsambtenaar.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2022
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Datum instantie
2 mei 2024
Rolnummer
23/368
ECLI
ECLI:NL:RBOBR:2024:1774
NLF-nummer
NLF 2024/1989
Aflevering
3 september 2024
bwbr0005537&artikel=7:2,bwbr0005537&artikel=7:2

Naar de bovenkant van de pagina