Direct naar content gaan

Samenvatting

De Belgische vennootschap Promo heeft in samenwerking met de vennootschap Immo een bouwproject gerealiseerd waarbij een oude school is verbouwd tot appartementen en kantoren. Hiertoe is tussen beide vennootschappen een samenwerkingsovereenkomst tot stand gekomen waarin Immo, eigenaar van het terrein en het oude gebouw, opdracht geeft aan Promo om de bouwdossiers op te stellen en te evalueren alsmede de voortgang van de bouwwerkzaamheden te controleren, de verschillende ondernemingen te coördineren, te onderhandelen over de handelscontracten, alle onderaannemers bij te staan en te zorgen voor de verkoop van de onroerende goederen.

Voor alle kopers geldt dat een aannemingsovereenkomst wordt gesloten tussen hen en Promo die zich ertoe verbindt de verbouwingswerkzaamheden uit te voeren voor een bedrag van € 259.533 inclusief btw, oftewel € 231.738 voor de verbouwing van het appartement exclusief 6% btw en € 11.480,01 voor de bouw van een garage exclusief 21% btw. De Belgische Staat is van mening dat de transactie kunstmatig is opgesplitst om een onrechtmatig fiscaal voordeel te verkrijgen en dat er sprake is, niet van een verkoop van een terrein met bouwval en een verbouwing waarvoor het verlaagde tarief van 6% geldt, maar van één enkele transactie bestaande in de levering van nieuwe appartementen waarvoor een btw-tarief van 21% geldt. Het Hof van Cassatie (België) heeft hierover aan het HvJ prejudiciële vragen gesteld.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2009
Instantie
HvJ
Datum instantie
24 mei 2022
Rolnummer
C-239/22
NLF-nummer
NLF 2022/1141
Aflevering
16 juni 2022
celex32006l0112&artikel=12,celex32006l0112&artikel=12,celex32006l0112&artikel=135,celex32006l0112&artikel=135

Naar de bovenkant van de pagina