Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Imperial Tobacco Bulgaria heeft een belastingentrepot in Bulgarije. De onderneming heeft het regiokantoor van de douaneautoriteit gevraagd om teruggaaf van accijns over door de douaneautoriteit op regelmatige wijze vernietigde accijnsgoederen. De douaneautoriteit heeft dit geweigerd omdat deze goederen (tabaksproducten) reeds tot verbruik waren uitgeslagen.

De Varhoven administrativen sad (hoogste bestuursrechter, Bulgarije) heeft in het kader van een procedure over de weigering van de teruggaaf aan het HvJ drie prejudiciële vragen gesteld.

Het HvJ antwoordt op de eerste vraag dat artikel 11 Richtlijn 2008/118 en artikel 17, eerste alinea, onderdeel b, Richtlijn 2011/64 aldus moeten worden uitgelegd dat de lidstaten op grond van deze bepalingen niet hoeven te voorzien in teruggaaf van de accijns voor reeds tot verbruik uitgeslagen accijnsgoederen, met inbegrip van tabaksfabricaten, die onder douanetoezicht worden vernietigd.

De overige twee vragen behoeven dan geen beantwoording.

Metadata

Rubriek(en)
Accijnzen
Belastingtijdvak
2019
Instantie
HvJ
Datum instantie
8 juni 2022
Rolnummer
C‑55/21
ECLI
ECLI:EU:C:2022:459
Auteur(s)
Arjan Wolkers
Ploum advocaten
NLF-nummer
NLF 2022/1250
Aflevering
30 juni 2022
Judoreg
NFB5104
bwbr0005355&artikel=32b,bwbr0005355&artikel=32b,bwbr0005355&artikel=34,bwbr0005355&artikel=34,bwbr0005360&artikel=28,bwbr0005360&artikel=28,bwbr0005360&artikel=29,bwbr0005360&artikel=29

Naar de bovenkant van de pagina