De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 1A
2513 AA Den Haag
2513AA1XA
Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5
T 070 333 44 44
www.rijksoverheid.nl
Onze referentie
2020-0000131968
Datum 30-09-2020
Betreft Uitstel beperkte vermogenstoets in de Tozo
Bij brief van 28 september heeft het kabinet landelijke maatregelen aangekondigd ter bestrijding van het coronavirus. Vanwege deze maatregelen vindt het kabinet dat het invoeren van aanscherpingen in de Tozo per 1 oktober 2020, in de vorm van een beperkte vermogenstoets, niet langer meer in de rede ligt. De afgelopen dagen heb ik overleg gevoerd met de VNG, Divosa en verschillende gemeenten over de latere invoering van de beperkte vermogenstoets. In deze brief informeer ik u over mijn besluit.
Het uitstel van de invoering van een beperkte vermogenstoets is op een laat moment aangekondigd en heeft daarom voor gemeenten veel voeten in de aarde. Alles in de uitvoering stond immers klaar om Tozo 3, met inbegrip van een beperkte vermogenstoets, per 1 oktober 2020 uit te voeren. Ik ben gemeenten dan ook zeer erkentelijk dat zij nu alles in het werk zetten om de uitvoering van Tozo 3, zonder vermogenstoets, alsnog zo snel mogelijk in gang te zetten. Dit is voor zelfstandig ondernemers ook van groot belang.
Tegelijkertijd blijft het wenselijk – met het oog op de afwijking ten opzichte van de regels voor de bijstandsverlening op grond van de Participatiewet en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) – dat er stapsgewijs aansluiting wordt gezocht bij het reguliere vangnet. De Afdeling advisering van de Raad van State vraagt hiervoor in haar advies op het besluit dat de verlenging tot 1 juli 2021 en de beperkte vermogenstoets regelt ook aandacht. Daarom is het kabinet ook met VNG, Divosa en gemeenten in overleg getreden over de invoering van de beperkte vermogenstoets op een later moment.
VNG en Divosa begrijpen het belang van het invoeren van een beperkte vermogenstoets. Gemeentelijke uitvoerders hebben aangegeven dat zij, gegeven de wens de beperkte vermogenstoets op een later moment alsnog in te voeren, een voorkeur hebben voor 1 april 2021 als invoeringsdatum. Dit geeft gemeenten namelijk de ruimte om per 1 januari 2021 de ondersteuning van zelfstandig ondernemers bij heroriëntatie zorgvuldig ter hand te nemen en voorkomt dat gemeenten in de drukke decembermaand voorbereidingen moeten treffen voor een nieuwe aanvraagtijdvak. Bovendien, zo benadrukken gemeenten, geeft dit voor een aanzienlijke periode zekerheid aan zelfstandig ondernemers.
Het kabinet kan zich goed vinden in de overwegingen die gemeenten ter tafel hebben gebracht en daarom is het kabinet voornemens om per 1 april 2021 een beperkte vermogenstoets op te nemen in de Tozo. Dit betekent dat zelfstandig ondernemers onder ‘Tozo 3’ voor de maanden oktober 2020 tot en met maart 2021, en dus voor maximaal 6 maanden, een uitkering voor levensonderhoud kunnen aanvragen zonder dat er een beperkte vermogenstoets wordt uitgevoerd. Met ingang van 1 april 2021 bestaat de mogelijkheid om onder toepassing van de beperkte vermogenstoets een nieuwe aanvraag voor een uitkering voor levensonderhoud voor nog eens 3 maanden in te dienen. Deze aanvraag zal zien op de maanden april 2021 tot en met juni 2021.
De algemene maatregel van bestuur waarmee de beperkte vermogenstoets in de Tozo wordt neergelegd is vandaag gepubliceerd (Stb. 362, 2020). Om het uitstel van de vermogenstoets tot 1 april 2021 juridisch te effectueren, zal zo snel mogelijk een ministeriële regeling worden opgesteld die naar verwachting volgende week gepubliceerd kan worden en met terugwerkende kracht tot en met 1 oktober in werking zal treden. Gemeenten wordt gevraagd te anticiperen op deze ministeriële regeling. Hierdoor is het voor gemeenten mogelijk om voorafgaand aan publicatie en inwerkingtreding van deze ministeriële regeling aanvragen voor Tozo 3, dat wil zeggen zonder vermogenstoets voor maximaal de maanden oktober 2020 tot en met maart 2021, in behandeling te nemen en op die aanvragen te beslissen.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
van 't Wout