Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X stelt dat hij recht heeft op een dwangsom omdat de Inspecteur niet tijdig op het bezwaar tegen een aanslag overdrachtsbelasting heeft beslist. Hiervoor is een ingebrekestelling vereist.
Een brief van 23 november 2011 werd door Hof Den Bosch niet als een ingebrekestelling aangemerkt omdat niet duidelijk was of de gemachtigde die brief als ingebrekestelling bedoelde.
Een brief van 24 februari 2012 voldeed volgens het Hof wel aan alle vereisten waaraan een ingebrekestelling moet voldoen.
De Inspecteur werd daarop veroordeeld tot het betalen van de maximale dwangsom van € 1.260.
Tegen dit oordeel heeft de Staatssecretaris cassatieberoep ingesteld en de Hoge Raad verklaart dit gegrond.
Voor een ingebrekestelling als bedoeld in artikel 4:17, lid 3, Awb geldt de eis dat uit een geschrift duidelijk is dat de belanghebbende het bestuursorgaan maant om alsnog een bepaald besluit te nemen. Daarvoor is niet vereist dat in dit geschrift bepaalde termen zoals ‘aanmanen’ of ‘in gebreke stellen’ worden gebruikt. Wel is vereist dat het geschrift voldoende duidelijk maakt
(i) op welke aanvraag het betrekking heeft,
(ii) dat de belanghebbende zich op het standpunt stelt dat het bestuursorgaan niet tijdig op de aanvraag heeft beslist en,
(iii) dat de belanghebbende erop aandringt dat een zodanige beslissing alsnog wordt genomen.
De brief van 24 februari 2012 voldoet niet aan deze eisen omdat niet duidelijk wordt gemaakt dat bij de Inspecteur wordt aangedrongen op het doen van een uitspraak, aldus de Hoge Raad.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2011
Instantie
HR
Datum instantie
9 juni 2016
Rolnummer
15/00425
ECLI
ECLI:NL:HR:2016:1121
bwbr0005537&artikel=4:17&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina