Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De minister van Economische Zaken heeft een uitnodiging tot betaling (utb) van antidumpingrechten opgelegd aan A bv, terwijl X bv de douaneschuldenaar is. X bv is de rechtsopvolger van A bv.
Hof Amsterdam heeft geoordeeld dat er bij X bv redelijkerwijs geen misverstand over heeft bestaan dat de utb voor haar bestemd was. De bestreden utb is weliswaar onjuist te naam gesteld, doch het op de utb vermelde bedrag is desondanks op de juiste wijze aan X bv medegedeeld. Er is daarom volgens het Hof geen grond aanwezig om de utb te vernietigen. Volgens de Hoge Raad is het Hof van een onjuiste rechtsopvatting uitgegaan. Nu de utb niet op de naam van de douaneschuldenaar maar van een andere rechtspersoon is gesteld, kan de op het aanslagbiljet vermelde douaneschuld niet geacht worden op de juiste wijze aan de douaneschuldenaar (X bv) te zijn medegedeeld. Dat de betrokkenen van de onjuistheid van de tenaamstelling op de hoogte waren, doet hieraan niet af.
De utb wordt vernietigd.

In de onderhavige zaak is het de vraag of een onjuiste tenaamstelling op de utb dient te leiden tot vernietiging daarvan.

In 2003 heeft een importeur (in casu B bv) in eigen naam en voor eigen rekening een invoeraangifte voor spaarlampen gedaan. Na een controle na invoer stelt de minister van Economische Zaken (hierna: de minister) dat antidumpingrechten verschuldigd waren door de invoer van deze spaarlampen. Hieruit volgt dat in 2006 een utb wordt uitgereikt aan de rechtsopvolger van aangever B bv, in casu C bv.

Vanwege een schending van het verdedigingsbeginsel is het bezwaar tegen de onderhavige utb toegewezen bij uitspraak van 5 december 2011. Op 23 december 2011 is een nieuwe utb voor antidumpingrechten uitgereikt aan A bv. A bv was ten tijde van de gedane invoeraangifte een zelfstandige rechtspersoon, die niet was gelieerd aan C bv. Nadien is A bv door een fusie opgegaan in C bv. Door een wijziging in de statuten is deze na de fusie gevormde rechtspersoon van naam gewijzigd in X bv.

Metadata

Rubriek(en)
Douane
Belastingtijdvak
2003-2005
Instantie
HR
Datum instantie
12 augustus 2016
Rolnummer
15/02070
ECLI
ECLI:NL:HR:2016:1903
Auteur(s)
Raoul Ramautarsing
Deloitte
NLF-nummer
NLF 2016/0011
Aflevering
1 september 2016
Judoreg
NFB3

Naar de bovenkant van de pagina