Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) en zijn partner verzorgen middels een vof logeeropvang voor gehandicapten. De vof maakt met deze activiteiten gedurende de jaren 2014 tot en met 2017 geen winst, maar wel verlies.

In geschil is of er sprake is van een bron van inkomen.

Rechtbank Noord-Nederland heeft met de Inspecteur geoordeeld dat er geen sprake is van een bron van inkomen omdat enig voordeel redelijkerwijs niet meer is te verwachten.

De Rechtbank heeft, naar het oordeel van Hof Arnhem-Leeuwarden, met juistheid geoordeeld, dat er, wil er sprake zijn van een bron van inkomen, aan de volgende drie algemene (bron)voorwaarden moet worden voldaan:

  1. deelname aan het economische verkeer;
  2. het (subjectieve) oogmerk om een voordeel te behalen; en
  3. de (objectieve) verwachting dat het voordeel redelijkerwijs kan worden behaald (vgl. HR 3 maart 1954, ECLI:NL:HR:1954:AY2826 en HR 1 februari 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD8763).

Daaraan wordt in casu niet voldaan. Over de gehele periode 2014 tot en met 2017 hebben de activiteiten van de vof immers een structureel verlies opgeleverd.

Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
28 februari 2023
Rolnummer
21/01501
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2023:1756
NLF-nummer
NLF 2023/0556
Aflevering
16 maart 2023
bwbr0011353&artikel=3.90,bwbr0011353&artikel=3.90

Naar de bovenkant van de pagina