Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 maart 2023 in de zaak tussen
eiseres, wonende te plaats, eiseres,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, verweerder.
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2020 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 16.086. Bij gelijktijdig gegeven beschikking is € 11 aan belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).
Eiseres heeft daartegen bezwaar gemaakt. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de definitieve aanslag en de belastingrentebeschikking gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Eiseres heeft een nader stuk ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 februari 2023 te Haarlem. Eiseres is, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam 1] en mr. [naam 2] .
Overwegingen
Feiten
1. Eiseres heeft digitaal aangifte IB/PVV voor het jaar 2020 gedaan naar een verzamelinkomen van € 14.478. Het door haar aangegeven belastbaar inkomen uit werk en woning bedroeg € 14.478 en was als volgt opgebouwd:
- een uitkering van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) ter hoogte van € 3.754; en
- een uitkering van gemeente Amsterdam ter hoogte van € 10.724.
Eiseres is daarbij afgeweken van de door de Belastingdienst vooraf ingevulde gegevens door de daarin vermelde UWV-uitkering ter hoogte van € 1.608, en de daarop ingehouden € 3 aan loonheffing, te verwijderen. Dit betrof een UWV-uitkering op grond van de Toeslagenwet voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 7 augustus 2020 (de UWV-uitkering Toeslagenwet).
2. Op 8 oktober 2021 heeft verweerder een voornemen tot afwijking van de ingediende aangifte gestuurd. Eiseres heeft daarop buiten de gestelde termijn, namelijk op 19 november 2021 gereageerd. Aangezien de aanslag al administratief was opgelegd, is dit stuk door verweerder als bezwaarschrift aangemerkt.
3. Bij de vaststelling van de definitieve aanslag IB/PVV 2020 met dagtekening 26 november 2021 heeft verweerder de door eiseres verwijderde UWV-uitkering Toeslagenwet weer toegevoegd aan haar belastbaar inkomen uit werk en woning, omdat op het gerenseigneerde jaaroverzicht van het UWV staat dat eiseres deze uitkering in 2020 heeft ontvangen. Daarbij is het belastbaar inkomen uit werk en woning vastgesteld op
€ 16.086, bestaande uit het door eiseres opgegeven inkomen vermeerderd met de UWV-uitkering Toeslagenwet.
4. Op 20 december 2021 heeft eiseres verweerder betaalspecificaties van het UWV van de maanden mei en juni 2020 gestuurd, alsmede een overzicht van een aantal in april en mei 2020 op haar bankrekening ontvangen bedragen. Op de twee betaalspecificaties van het UWV staan een uitkering op grond van de Toeslagenwet van € 196,40 en een uitkering op grond van de Ziektewet van € 458,27 (samen € 654,67). Op het overzicht van de bankrekening is te zien dat eiseres in die maanden maandelijks van het UWV € 654,67 heeft ontvangen.
Geschil
5. In geschil is of de definitieve aanslag IB/PVV 2020 naar het juiste bedrag is vastgesteld.
6. Eiseres is het niet eens met de definitieve aanslag IB/PVV 2020 zoals deze is opgelegd. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de definitieve aanslag IB/PVV 2020 niet te hoog is vastgesteld.
7. Voor het overige verwijst de rechtbank naar de gedingstukken.
Beoordeling van het geschil
8. In de gedingstukken heeft eiseres herhaald dat zij nooit een eigen bedrijf heeft gehad. De rechtbank verzekert eiseres dat in de aanslag IB/PVV van het jaar 2020, waar het in deze procedure om gaat, geen inkomen uit een bedrijf bij haar in aanmerking is genomen. In haar aanslag zitten uitsluitend haar bijstandsuitkering van de gemeente Amsterdam en de van het UWV ontvangen bedragen. Van het UWV heeft eiseres twee soorten uitkeringen ontvangen: ten eerste een uitkering op grond van de Ziektewet en ten tweede een uitkering op grond van de Toeslagenwet. Eiseres schrijft in haar nader stuk “alle ZW-toeslagen zijn ingeleverd bij de bijstand”. De UWV-uitkering Toeslagenwet is geen (zorg)toeslag zoals betaald kan worden door de Belastingdienst/Toeslagen en is ook geen bijstandsuitkering zoals door de gemeente betaald wordt, maar is een uitkering van het UWV om het inkomen van eiseres aan te vullen tot het sociale minimum.
9. Naar de rechtbank begrijpt, is eiseres van mening dat de UWV-uitkering Toeslagenwet bij de vaststelling van de definitieve aanslag IB/PVV 2020 ten onrechte tot haar belastbaar inkomen uit werk en woning is gerekend. De rechtbank volgt eiseres niet in dit standpunt. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt. Volgens het door verweerder ontvangen jaaroverzicht van het UWV heeft eiseres de UWV-uitkering Toeslagenwet in 2020 ontvangen. Ook uit de door eiseres zelf ingediende stukken (zie de onder 4 genoemde overzichten) maakt de rechtbank op dat eiseres de UWV-uitkering Toeslagenwet in 2020 ontvangen heeft. Deze uitkering is immers vermeld op de maandelijkse specificaties van het UWV én is ontvangen op de bankrekening van eiseres. Uit geen van de stukken valt af te leiden dat deze bedragen in het jaar 2020 door eiseres zijn terugbetaald aan het UWV. Ook valt nergens uit op te maken dat eiseres bedragen aan “de bijstand” of gemeente Amsterdam heeft moeten terugbetalen in het jaar 2020. Eiseres zegt wel dat dit zo is, maar ze heeft daar geen onderbouwende stukken bij ingediend en heeft ook geen compleet jaaroverzicht gegeven. De rechtbank kan dus niet anders vaststellen dan dat aannemelijk is dat verweerder de definitieve aanslag IB/PVV 2020 niet naar een te hoog belastbaar inkomen uit werk en woning heeft vastgesteld.
10. Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard.
Proceskosten
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Ferrier, rechter, in aanwezigheid van mr. J.M. Kempers, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 9 maart 2023.