Samenvatting
X (belanghebbende) heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraak op zijn bezwaar inzake een WOZ-beschikking.
Rechtbank Amsterdam heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
In hoger beroep is net als in beroep in geschil of X recht heeft op een dwangsom. In het bijzonder ligt voor de vraag of de Heffingsambtenaar de ingebrekestelling per e-mail van de gemachtigde van X heeft ontvangen op 8 januari 2020.
De gemachtigde heeft met een laptop ter zitting van Hof Amsterdam inzage gegeven in het digitale dossier dat hij voor X aanhoudt. Met al hetgeen X daartoe heeft aangevoerd, acht het Hof aannemelijk dat de Heffingsambtenaar de ingebrekestelling op 8 januari 2020 heeft ontvangen. Met de ontvangst van de ingebrekestelling is – in tegenstelling tot hetgeen de Rechtbank heeft geoordeeld – wel voldaan aan de voorwaarden voor het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
Het beroep is dan ook ontvankelijk en dient inhoudelijk te worden beoordeeld. Het Hof overweegt dat de Heffingsambtenaar ten onrechte geen dwangsom aan X heeft toegekend. De dwangsom wordt berekend op € 1.442.