Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraak op zijn bezwaar inzake een WOZ-beschikking.

Rechtbank Amsterdam heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

In hoger beroep is net als in beroep in geschil of X recht heeft op een dwangsom. In het bijzonder ligt voor de vraag of de Heffingsambtenaar de ingebrekestelling per e-mail van de gemachtigde van X heeft ontvangen op 8 januari 2020.

De gemachtigde heeft met een laptop ter zitting van Hof Amsterdam inzage gegeven in het digitale dossier dat hij voor X aanhoudt. Met al hetgeen X daartoe heeft aangevoerd, acht het Hof aannemelijk dat de Heffingsambtenaar de ingebrekestelling op 8 januari 2020 heeft ontvangen. Met de ontvangst van de ingebrekestelling is – in tegenstelling tot hetgeen de Rechtbank heeft geoordeeld – wel voldaan aan de voorwaarden voor het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit.

Het beroep is dan ook ontvankelijk en dient inhoudelijk te worden beoordeeld. Het Hof overweegt dat de Heffingsambtenaar ten onrechte geen dwangsom aan X heeft toegekend. De dwangsom wordt berekend op € 1.442.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2020
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
28 juni 2022
Rolnummer
21/01792
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2022:2152
NLF-nummer
NLF 2022/1528
Aflevering
4 augustus 2022
bwbr0005537&artikel=4:17,bwbr0005537&artikel=4:17

Naar de bovenkant van de pagina