Direct naar content gaan

Samenvatting

Het box 3-inkomen van X (belanghebbende) is op peildatum 1 januari 2018 bepaald met als grondslag de volgende bezittingen: bank- en spaartegoeden € 19.450, overige vorderingen en contant geld € 11.469 en overige bezittingen € 154.016. De overige bezittingen bestaan uit altcoins (cryptovaluta).

Rechtbank Noord-Holland heeft ten aanzien van de altcoins aannemelijk geacht dat het werkelijk door X behaalde rendement een negatief rendement van € 154.029 is. De Rechtbank heeft rechtsherstel geboden door de waarde van de altcoins op € 0 bepalen. Het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen is voor het overige bepaald op € 640.

Hof Amsterdam verklaart het door X ingesteld hoger beroep gegrond.

Het standpunt van X inhoudende dat bij de bepaling van het werkelijk rendement direct rekening moet worden gehouden met de inflatie vindt geen steun in het recht. Bij de bepaling van het werkelijk rendement dient gekeken te worden naar het nominale rendement (HR 6 juni 2024, 22/04676, ECLI:NL:HR:2024:704, NLF 2024/1407, met noot van Hoogwout, r.o. 5.4.4). Zij maakt echter aannemelijk dat zij in 2018 op de cryptovaluta een dermate groot verlies heeft geleden dat het totale werkelijke rendement op haar bezittingen negatief was. Het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen wordt daarom door het Hof verminderd tot nihil.

Wegens undue delay wordt een immateriële schadevergoeding toegekend van € 1.500.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
15 oktober 2024
Rolnummer
24/81
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2024:2977
NLF-nummer
NLF 2024/2464
Aflevering
5 november 2024
bwbr0011353&artikel=5.2,bwbr0011353&artikel=5.2

Naar de bovenkant van de pagina