Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) exploiteerde in 2008 samen met zijn echtgenote in vof-vorm een restaurant. Naar aanleiding van een boekenonderzoek heeft de Inspecteur een navorderingsaanslag IB/PVV 2008 opgelegd. De Inspecteur heeft daarbij het standpunt ingenomen dat X de vereiste aangifte niet heeft gedaan, zodat de sanctie van omkering en verzwaring van de bewijslast van toepassing is.

Hof Arnhem-Leeuwarden heeft onderzocht of de bewijslast moet worden omgekeerd en verzwaard wegens het niet doen van de vereiste aangifte. Het Hof heeft aannemelijk geacht dat een bedrag van € 7.420,15 aan gerealiseerde omzet niet is opgenomen in de aangifte van X, en dat daardoor ten onrechte een bedrag van € 715,68 niet is geheven. Het Hof heeft vervolgens geoordeeld dat de inhoudelijke gebreken in de aangifte er in dit geval niet toe leiden dat de vereiste aangifte niet is gedaan. Het Hof heeft aan dat oordeel ten grondslag gelegd dat het bedrag van de belasting dat als gevolg van de gebreken in de aangifte niet is geheven op zichzelf beschouwd niet aanzienlijk is.

De staatssecretaris betoogt in cassatie dat mede gelet op het jaarinkomen van X (ruim € 14.000) het bedrag van € 715,68 op zichzelf beschouwd aanzienlijk is, en dat het Hof dus ten onrechte heeft geoordeeld dat de vereiste aangifte is gedaan.

De Hoge Raad verwijst naar de criteria als genoemd in het arrest HR 24 april 2015, 14/04104, ECLI:NL:HR:2015:1083 en verklaart het cassatieberoep ongegrond. Het oordeel van het Hof, dat het van X niet geheven bedrag aan belasting op zichzelf beschouwd niet aanzienlijk is zodat niet gesteld kan worden dat de vereiste aangifte niet is gedaan, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en kan voor het overige, als verweven met waarderingen van feitelijke aard, in cassatie niet op juistheid worden getoetst. Dat oordeel is ook niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd.

Contrair Conclusie A-G IJzerman (NLF 2018/0812, met noot van Bergman).

In dit arrest staat de vraag centraal of de vereiste aangifte is gedaan. Voor de uitgebreide conclusie van A-G IJzerman verwijs ik graag naar NLF 2018/0812. Deze noot heeft tevens betrekking op het gelijkluidende arrest van dezelfde datum met nummer 17/04146 (NLF 2018/1880).

 

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2008
Instantie
HR
Datum instantie
16 augustus 2018
Rolnummer
17/04145
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:1312
Auteur(s)
Wendy Nent
BDO
NLF-nummer
NLF 2018/1854
Aflevering
30 augustus 2018
Judoreg
NFB1741
bwbr0002320&artikel=27e&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina