Samenvatting
Per 1 januari 2017 is artikel 6 BvdB 2001 over de voor de toepassing van dit besluit aangewezen ontwikkelingslanden gewijzigd. In deze bepaling zijn de criteria vastgelegd op basis waarvan mogendheden als ontwikkelingsland worden aangewezen, waarbij als hoofdregel wordt aangesloten bij de door het Development Assistance Committee van de OESO meest recent vastgestelde List of Recipients of Official Development Assistance.
Ten behoeve van de uitvoeringspraktijk wordt jaarlijks een lijst gepubliceerd van de aldus voor het desbetreffende jaar aangewezen ontwikkelingslanden.
De mogendheden die voor het jaar 2022 voor de toepassing van het BvdB 2001 kwalificeren als ontwikkelingslanden zijn: Afghanistan, Angola, Belize, Benin, Bhutan, Bolivia, Burkina Faso, Burundi, Cambodja, de Centraal Afrikaanse Republiek, Colombia, de Comoren, de Republiek Congo, de Democratische Republiek Congo, Djibouti, El Salvador, Eritrea, Eswatini, Gambia, Guatemala, Guinee, Guinee-Bissau, Haïti, Honduras, Irak, Iran, Ivoorkust, Jemen, Kaapverdië, Kameroen, Kenia, Kirgizië, Kiribati, Laos, Lesotho, Libanon, Liberia, Madagaskar, Malawi, Mali, Mauritanië, Micronesië, Mongolië, Mozambique, Myanmar, Nepal, Nicaragua, Niger, Noord-Korea, Oost-Timor, de door Palestijnse Autoriteit bestuurde gebieden, Papoea-Nieuw-Guinea, Peru, Rwanda, de Salomonseilanden, Samao, Sao Tome en Principe, Senegal, Sierra Leone, Soedan, Somalië, Syrië, Tadzjikistan, Tanzania, Togo, Tokelau, Tsjaad, Tuvalu, Vanuatu, Zuid-Soedan.