Samenvatting
Met de nieuwe EU-richtlijn (FASTER) wordt een gemeenschappelijke digitale EU-verklaring van fiscale woonplaats (eTRC) ingevoerd. Hiermee kunnen belastingbetalende beleggers gebruikmaken van de versnelde procedures om vermindering van bronbelasting te verkrijgen.
Het gaat om Richtlijn (EU) 2025/50 betreffende een snellere en veiligere vermindering van te veel ingehouden bronbelasting. De richtlijn is op 10 januari 2025 in het EU-Publicatieblad verschenen en is op 30 januari 2025 in werking getreden. De lidstaten moeten de richtlijn uiterlijk op 31 december 2028 in hun nationale recht hebben omgezet, en moeten de nationale bepalingen ter omzetting van de richtlijn met ingang van 1 januari 2030 toepassen.
Belangrijkste kenmerken van de FASTER-richtlijn:
- Digitaal belastingresidentiecertificaat: De richtlijn introduceert een gemeenschappelijk digitaal certificaat van belastingresidentie binnen de EU. Dit certificaat moet binnen één werkdag na aanvraag worden uitgegeven en stelt investeerders in staat om sneller en efficiënter belastingteruggaven aan te vragen.
- Versnelde procedures voor belastingteruggave: Er worden twee versnelde procedures geïntroduceerd om de teruggaaf van te veel betaalde bronbelasting te bespoedigen:
- Verlichting aan de bron: Hierbij wordt het verlaagde belastingtarief direct toegepast op het moment van de betaling van dividenden of rente, gebaseerd op de relevante bepalingen van belastingverdragen.
- Snelle teruggaaf: In deze procedure wordt aanvankelijk het standaardtarief van bronbelasting toegepast, waarna eventuele teveel betaalde belasting binnen 50 dagen na de betalingsdatum wordt terugbetaald.
- Gestandaardiseerde rapportageverplichtingen: Gecertificeerde financiële intermediairs worden verplicht om betalingen van dividenden of rente te rapporteren aan de relevante belastingautoriteiten. Dit stelt nationale belastingdiensten in staat om de juistheid van toegepaste belastingtarieven te verifiëren en misbruik te voorkomen. Grote financiële intermediairs binnen de EU moeten zich registreren in een nationaal register van gecertificeerde intermediairs, wat ook openstaat voor niet-EU en kleinere EU-intermediairs op vrijwillige basis.