Samenvatting
De Inspecteur van de Belastingdienst hanteert bij de heffing van rijksbelastingen correctiebeleid. Dit beleid schrijft voor wanneer een correctie wordt aangebracht door de Inspecteur bij het vaststellen van de aanslag, navorderingsaanslag of naheffingsaanslag. Met dit besluit (Stcrt. 2025, 8977) is het correctiebeleid verduidelijkt en is de correctiegrens bij het vaststellen van een (navorderings)aanslag inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting aangepast.
Dit besluit is van toepassing bij het vaststellen van de aanslag, navorderingsaanslag en naheffingsaanslag. Volledigheidshalve merkt de staatssecretaris op dat dit besluit niet geldt bij het vaststellen van de aanslag of navorderingsaanslag of naheffingsaanslag indien geen aangifte is gedaan of (in het geval van de aangiftebelastingen) niet, niet tijdig of niet volledig op aangifte betaald is.
Dit besluit heeft tot gevolg dat de Inspecteur in bepaalde gevallen het inkomen lager vaststelt dan feitelijk is geconstateerd. Dat kan gevolgen hebben voor de Basisregistratie inkomen en kan daardoor tot gevolg hebben dat het recht op inkomensafhankelijke regelingen, zoals de toeslagen, hoger wordt vastgesteld.
Dit besluit heeft onmiddellijke werking. Dat betekent dat dit besluit van toepassing is op toekomstige situaties en op de nog niet onherroepelijk vaststaande aanslagen, navorderingsaanslagen en naheffingsaanslagen op het moment van inwerkingtreding van dit besluit.