Direct naar content gaan

Samenvatting

X en Y zijn in algehele gemeenschap van goederen gehuwd. Tot de huwelijksgoederengemeenschap behoren alle aandelen in Z bv. Het vermogen van Z bv bestaat uitsluitend uit beleggingsvermogen. X overlijdt. Y is enig erfgenaam en erft de (onverdeelde) helft van de aandelen in Z bv. Ter zake van deze overgang krachtens erfrecht geniet X een vervreemdingsvoordeel uit aanmerkelijk belang van € 1.000.000. Op basis van artikel 2.17, lid 2 en 7, Wet IB 2001 wordt dit vervreemdingsvoordeel aan Y toegerekend. Bij X is hierdoor geen inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking genomen. Binnen 24 maanden na het overlijden van X keert Z bv een dividend van € 1.000.000 uit aan Y.

Vraag

Kan Y de faciliteit van artikel 4.12a Wet IB 2001 toepassen op de dividenduitkering van Z bv nu door de toerekening op basis van artikel 2.17, lid 2, Wet IB 2001 bij X ter zake van de overgang krachtens erfrecht geen inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking is genomen?

Antwoord

Ja, Y kan op verzoek de faciliteit van artikel 4.12a Wet IB 2001 toepassen op de dividenduitkering van Z bv.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2024 e.v.
Instantie
Belastingdienst
Datum instantie
29 november 2024
Rolnummer
KG:003:2024:19
NLF-nummer
NLF 2024/2695
Aflevering
3 december 2024
bwbr0011353&artikel=2.17&lid=2,bwbr0011353&artikel=2.17&lid=2,bwbr0011353&artikel=4.12a,bwbr0011353&artikel=4.12a

Naar de bovenkant van de pagina