Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) heeft op 9 april 2018 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van bedrijfsruimten met kantoren. De geschatte bouwkosten van het project bedragen € 3.416.000.

Op grond van de Legesverordening 2018 zijn door de gemeente Dordrecht van X voor het in behandeling nemen van de aanvraag leges geheven.

In hoger beroep is in geschil of de Legesverordening 2018 onverbindend is jegens X, waardoor de aanslag moet worden vernietigd. In het bijzonder gaat het om de vraag of de tarieven in de bij Legesverordening 2018 behorende Tarieventabel zodanig zijn vastgesteld dat de geraamde opbrengsten uitgaan boven de geraamde lasten.

Hof Den Haag oordeelt dat de Heffingsambtenaar inzichtelijk heeft gemaakt op welke wijze opbrengsten en kosten zijn geraamd. De Heffingsambtenaar heeft ook inzichtelijk gemaakt dat de door Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ) ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten en de overheadkosten (volledig) als lasten in aanmerking kunnen worden genomen. De geraamde baten gaan de geraamde lasten niet te boven, oordeelt het Hof.

Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
14 juni 2022
Rolnummer
21/00794
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2022:1042
NLF-nummer
NLF 2022/1476
Aflevering
28 juli 2022
bwbr0005416&artikel=229b,bwbr0005416&artikel=229b

Naar de bovenkant van de pagina