Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De Tweede Kamer heeft op 11 maart 2025 een motie (36 600 XV, 104) aangenomen waarin wordt geconstateerd dat iemand die overuren maakt of verschillende banen heeft om wat extra te verdienen, daar soms pas het volledige voordeel van ontvangt bij de belastingaangifte het jaar daarop, omdat onterecht met een hogere belastingschijf wordt gerekend of omdat de heffingskortingen maar bij één werkgever tegelijk kunnen worden toegepast. Het doen van een voorlopige aangifte is vaak geen oplossing, omdat het aantal extra te werken uren op voorhand moeilijk in te schatten is.

Daarom wordt de regering verzocht om met praktische oplossingen te komen voor een betere afstemming voor de heffingskortingen en belastingheffing bij overuren of meerdere dienstverbanden, zodat het timingverschil in fiscale behandeling wordt opgelost en meerwerk direct meer gaat lonen, zonder het risico dat er achteraf een naheffing komt.

Daarnaast wordt de regering verzocht om vóór de zomer van 2025 concreet uit te werken of en hoe er binnen de werkkostenregeling een vrijstelling kan worden vormgegeven voor een bonus, waardoor meer ruimte ontstaat voor werkgevers om werknemers op ieder moment een extra financieel voordeel te kunnen bieden.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2025 e.v.
Instantie
Tweede Kamer
Datum instantie
11 maart 2025
Rolnummer
36 600 XV, 104
NLF-nummer
NLF 2025/0603
Aflevering
18 maart 2025

Naar de bovenkant van de pagina