Samenvatting
In het op 25 maart 2022 gepubliceerde CPB-rapport ‘Ongelijkheid en herverdeling’ wordt geconcludeerd dat de herverdeling van inkomens tussen Nederlandse huishoudens vooral plaatsvindt door overheidsuitgaven zoals toeslagen en bijstand, en veel minder door belastingheffing. Ook blijkt uit het rapport dat hogere inkomens geen groter deel van hun inkomen afdragen aan belastingen dan lagere inkomens. De bovenste 1% van de huishoudens betaalt gemiddeld zelfs minder belasting dan de overige huishoudens. Over dit rapport zijn Kamervragen gesteld die de minister van Financiën inmiddels heeft beantwoord. De minister ziet met het CPB dat de belastingdruk van de groep met de allerhoogste inkomens (de top 1%) relatief laag is. Het CPB laat zien dat de inkomens van deze groep grotendeels bestaan uit kapitaalinkomsten en ingehouden winsten. Deze worden anders belast dan inkomen uit arbeid en dat leidt tot een lagere belastingdruk.
Het kabinet zal in aanloop naar Prinsjesdag 2022 kijken naar de wijze waarop de verhouding tussen lasten op vermogen en arbeid meer in balans kan worden gebracht. Hierbij wordt voor maatregelen in ieder geval gekeken naar de uitkomsten van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Vermogensverdeling en de evaluatie van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR).
De Voorjaarsnota bevat verschillende maatregelen die invloed hebben op de inkomensongelijkheid. Zo verlaagt het kabinet onder meer de schijfgrens van het lage tarief in de vpb en ook de belasting voor dga’s in box 2 door een hoger gebruikelijk loon in aanmerking te nemen. Verder vervroegt het kabinet de verhoging van het wettelijk minimumloon.