Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In een brief aan de Tweede Kamer (13 pagina’s) informeren de minister van Klimaat en Energie en de staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst over de uitvoering van het tijdelijke verplichte plafond op marktinkomsten van elektriciteitsproducenten volgens Verordening (EU) 2022/1854 van de Raad van 6 oktober 2022 (hierna: de Verordening) betreffende een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen.

De Verordening verplicht lidstaten om vanaf 1 december 2022 gedurende zeven maanden de marktopbrengsten van producenten die elektriciteit opwekken uit de in de Verordening genoemde bronnen te plafonneren. Het betreft voor Nederland onder andere elektriciteit opgewekt uit wind, zon, waterkracht, biomassa, biogas, afval en kernenergie.

Aangezien het tijdelijke verplichte plafond op marktinkomsten van elektriciteitsproducenten niet aansluit bij bestaande wetgeving en de Verordening veel keuzes aan lidstaten laat, werkt het kabinet aan een voorstel voor een zelfstandige uitvoeringswet voor deze tijdelijke heffing. Met de onderhavige brief, gecombineerd met andere communicatie, voorafgaand aan de totstandkoming van het wetsvoorstel tracht het kabinet zo veel mogelijk duidelijkheid te geven aan elektriciteitsproducenten die te maken krijgen met deze heffing.

Het kabinet wil de heffing invoeren per 1 december 2022, zoals de Verordening voorschrijft. Omdat de heffingsperiode van zeven maanden eerder start dan de uitvoeringswet van kracht zal zijn, zal de wet terug moeten werken tot 1 december 2022.

De beoogde wijze van heffing is voldoening op aangifte. Deze methode is geregeld in artikel 19 en 20 AWR en wordt bijvoorbeeld toegepast bij de heffing van omzetbelasting. In essentie komt deze methode erop neer dat een belastingplichtige zelf moet berekenen of en, zo ja, hoeveel belasting hij op grond van de wet verschuldigd is. Indien een belastingplichtige belasting verschuldigd is, is hij verplicht om op eigen initiatief het juiste bedrag binnen de wettelijk voorgeschreven termijn aan de overheid te betalen. Dit betekent dat een bedrijf kan verzoeken om een uitnodiging of dat als het bedrijf een uitnodiging krijgt, deze aangifte moet doen, ook als er geen heffing verschuldigd is. Een aanslag van de Inspecteur is niet vereist. Met deze beoogde uitvoering ligt de primaire verantwoordelijkheid voor het bepalen van de omvang van de grondslag en van de hoogte van de heffing bij de elektriciteitsproducent. Bij de aangifte zal in veel gevallen een controle van een accountant gevraagd worden. In welke vorm en langs welke principes wordt op korte termijn uitgewerkt, in samenwerking met de brancheorganisaties.

De opbrengst van de tijdelijke heffing is geschat op € 1,8 miljard. Dit geld wordt geïnvesteerd in het betaalbaarder maken van de energierekening voor huishoudens en bedrijven.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
1 december 2022 t/m 30 juni 2023
Instantie
MvF
Datum instantie
30 november 2022
Rolnummer
DGKE-DE / 22543805
NLF-nummer
NLF 2022/2408
Aflevering
8 december 2022

Naar de bovenkant van de pagina