Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent(1)

Samenvatting

De Belgische fiscale administratie heeft bij Dranken Van Eetvelde nv (hierna: X) een fiscaal onderzoek uitgevoerd inzake de toepassing van de btw in 2011. Dit onderzoek leidde tot het vermoeden van belastingontduiking. De op facturen vermelde afnemers (particulieren) waren niet de werkelijke afnemers. De goederen werden geleverd aan een klant-belastingplichtige, uitbater van een café/horecazaak, waarvan de identiteit niet meer achterhaald kan worden. Deze werkwijze bood de mogelijkheid om met die aangekochte dranken verkopen te realiseren die niet onder de inkomsten werden geboekt en als zodanig niet aan de btw en de inkomstenbelasting werden onderworpen.

Aan X is daarop een dwangbevel uitgevaardigd. Het dwangbevel had betrekking op de verschuldigde btw op grond van hoofdelijke aansprakelijkheid en geldboetes. Naar aanleiding van de beschuldigingen is ook een strafprocedure jegens X en haar bestuurders ingeleid. Deze strafprocedure had betrekking op de jaren 2012, 2013 en 2014.

De verwijzende rechter heeft prejudiciële vragen gesteld over de onderhavige aansprakelijkheid voor belastingschulden van een derde.

Het HvJ antwoordt op de eerste twee vragen dat artikel 205 Btw-richtlijn, gelezen in het licht van het evenredigheidsbeginsel en in het licht van het beginsel van fiscale neutraliteit zich niet tegen de betreffende nationale regeling verzet.

Artikel 50 Handvest verzet zich voorts niet tegen een nationale regeling die een cumulatie toestaat van strafrechtelijke sancties en administratieve sancties van strafrechtelijke aard die voortvloeien uit verschillende procedures voor feiten van dezelfde aard die echter hebben plaatsgevonden in opeenvolgende belastingjaren en die het voorwerp uitmaken van administratieve vervolgingen van strafrechtelijke aard voor één bepaald belastingjaar en van strafrechtelijke vervolging voor een ander belastingjaar.

Anders, Conclusie A-G Kokott (NLF 2024/2116, met noot van Bomer).

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2011
Instantie
HvJ
Datum instantie
12 december 2024
Rolnummer
C-331/23
ECLI
ECLI:EU:C:2024:1027
Auteur(s)
prof. dr. A.H. Bomer
Vrije Universiteit / Tilburg University
NLF-nummer
NLF 2025/0011
Aflevering
7 januari 2025
Judoregnummer
JCDI:NFB6731
celex32006l0112&artikel=205,celex32006l0112&artikel=205

Naar de bovenkant van de pagina