Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

In deze WOZ-zaak stelt X (belanghebbende) in hoger beroep alleen nog dat de Heffingsambtenaar de plicht die uit artikel 40, lid 2, Wet WOZ voortvloeit, heeft geschonden.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat voor zover de informatieverstrekking door de Heffingsambtenaar al gebrekkig zou zijn en daardoor sprake is van een schending van artikel 40, lid 2, Wet WOZ, geen aanleiding bestaat om de Heffingsambtenaar te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten van X en het door hem betaalde griffierecht (vgl. HR 18 augustus 2023, 22/01219, ECLI:NL:HR:2023:1052, NLF 2023/1929, met noot van Hennevelt, r.o. 4.3.2). Reden hiervoor is dat X beroep heeft ingesteld op basis van een eigen onderzoek, los van de door de Heffingsambtenaar gegeven onderbouwing.

Het Hof oordeelt verder dat de uitspraak op bezwaar voldoende is gemotiveerd en dat geen aanknopingspunten te vinden zijn voor de stelling dat de Heffingsambtenaar in strijd met de goede procesorde zou hebben gehandeld.

Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2022
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
17 september 2024
Rolnummer
23/2615
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:5941
NLF-nummer
NLF 2024/2267
Aflevering
8 oktober 2024
bwbr0007119&artikel=40,bwbr0007119&artikel=40

Naar de bovenkant van de pagina