Direct naar content gaan

Samenvatting

De kwalificatie houdt verband met één van de vereisten voor een teruggaaf dividendbelasting, op grond van artikel 10, lid 2, Wet DB 1965. Namelijk dat een buitenlands lichaam niet onderworpen mag zijn aan de vennootschapsbelasting, indien het lichaam in Nederland zou zijn gevestigd. 

Vraag

Blijft een naar het recht van Duitsland opgerichte Gesellschaft mit beschränkter Haftung (GmbH), die in Duitsland fiscaal is erkend als zijnde ‘gemeinnützig’ (van algemeen nut) en daardoor ook wel de benaming ‘gGmbH’ of ‘Stiftung GmbH’ krijgt, een GmbH die vergelijkbaar is met een naar Nederlands recht opgerichte besloten vennootschap voor de Wet VpB 1969, de Wet IB 2001, de Wet DB 1965 en de Wet BB 2021? Of kan een dergelijke gGmbH (of Stiftung GmbH) worden vergeleken met een naar Nederlands recht opgerichte stichting?

Antwoord

Een gGmbH (of Stiftung GmbH) is een naar Duits civiel recht opgerichte GmbH. Een GmbH is vergelijkbaar met een naar Nederlands recht opgerichte bv. De Duitse fiscale erkenning als zijnde ‘gemeinnützig’ en de daarmee verband houdende aanduiding in het spraakgebruik als ‘gGmbH’ of ‘Stiftung GmbH’ maken niet dat deze GmbH vergeleken hoeft te worden met een stichting. Een bv die kenmerken heeft van een stichting blijft immers naar Nederlandse maatstaven ook een bv.

Metadata

Rubriek(en)
Dividendbelasting
Belastingtijdvak
2023 e.v.
Instantie
Belastingdienst
Datum instantie
31 mei 2023
Rolnummer
KG:211:2023:1
NLF-nummer
NLF 2023/1266
Aflevering
8 juni 2023
bwbr0002515&artikel=10,bwbr0002515&artikel=10

Naar de bovenkant van de pagina