Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Op 28 september 2010 is de zoon van X (belanghebbende) een onderneming in optische artikelen gestart. X heeft in november 2010 een geldlening verstrekt aan zijn zoon voor een bedrag van € 50.000. De lening is in december 2010 geregistreerd als een zogenoemde Tante Agaath-lening (directe belegging in durfkapitaal als bedoeld in artikel 5.17 Wet IB 2001).

In de aangifte IB/PVV 2015 heeft X een verlies van € 24.100 opgevoerd in verband met de kwijtschelding van een deel van de lening. Hij heeft het verlies opgevoerd als een negatief tbs-resultaat. De aanslag is overeenkomstig de aangifte opgelegd.

In de aangifte IB/PVV 2016 heeft X een negatief tbs-resultaat van € 21.208 aangegeven. Deze aftrek is niet geaccepteerd.

X heeft beroep ingesteld maar Rechtbank Noord-Nederland verklaart dat ongegrond.

De lening is terecht aangemerkt als een Tante Agaath-lening en kan dan niet worden aangemerkt als een ongebruikelijke terbeschikkingstelling. Dit is alleen anders als de voorwaarden van de Tante Agaath-lening zodanig zijn dat onafhankelijke derden deze lening in het kader van durfkapitaal niet zouden zijn overeengekomen. Dat hiervan sprake is, heeft X niet aannemelijk gemaakt.

Op grond van een overgangsregeling kan het verlies nog in aftrek komen als een persoonsgebonden aftrekpost. Daarvoor is echter noodzakelijk dat een beschikking op grond van artikel 6.8, lid 3, Wet IB 2001, is afgegeven door de Inspecteur en dat is niet het geval.

De Rechtbank acht ook geen sprake van gewekt vertrouwen. Het volgen van de aangifte in 2015 berustte niet op een bewuste standpuntbepaling van de Inspecteur.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum instantie
11 februari 2025
Rolnummer
24/2253
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2025:438
NLF-nummer
NLF 2025/0505
Aflevering
4 maart 2025
bwbr0011353&artikel=6.8,bwbr0011353&artikel=6.8

Naar de bovenkant van de pagina