Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Het nieuwe kabinet wil de btw verhogen op de dagelijkse boodschappen, de fietsenmaker, boeken, groente en fruit, geneesmiddelen, concertkaartjes en het openbaar vervoer.

Opinie

Tegelijkertijd wil het kabinet voor vrijwel hetzelfde bedrag de winstbelasting voor grote bedrijven verlagen. De boodschappen worden duurder en de winsten van multinationals worden groter. ‘Dit moet anders. Dit gaan wij stoppen’, staat op de website www.geenbtwverhoging.nl. Deze website is in het leven geroepen door de politieke partijen GroenLinks, SP, PvdA, Denk en 50Plus. Andere organisaties die op de website worden genoemd zijn o.a. FNV, ANBO, BOK, Koninklijke Boekverkopersbond, Fietsersbond, Reumafonds en de Jonge Socialisten in de PvdA.

Opvallend is dat het verzet tegen de verhoging van het lage btw-tarief niet alleen uit de linkse hoek komt. Ook de werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland zijn tegen omdat dit veel ondernemers negatief treft. De verhoging grijpt in op die producten en diensten waar alle mensen gebruik van maken, vaak dagelijks. Het duurder maken van deze producten en diensten leidt naar alle waarschijnlijkheid tot een daling van de omzet en afnemende werkgelegenheid. Daarbij is van groot belang dat het in veel sectoren gaat om werkgelegenheid voor werknemers aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Een ander ongewenst effect is het weglekken van klandizie over de grens. Producten en diensten worden duurder in Nederland dan in België of Duitsland. Buitenlandse ondernemers profiteren dan van deze verhoging.

Het is dus duidelijk dat de verhoging van het lage btw-tarief van 6% naar 9% op veel maatschappelijke weerstand stuit, maar is dit ook terecht?

Een tegengeluid is te vinden in de CPB Policy Brief van 12 maart 2014 ‘Bouwstenen voor een moderne btw’, die is opgesteld door onderzoekers Bettendorf en Cnossen. Hierin staat dat het btw-stelsel in Nederland de concurrentie verstoort en ondoelmatig is. Ten dele is dit te wijten aan achterhaalde Europese regels. Internationaal zijn er echter genoeg voorbeelden van moderne btw-stelsels, zoals in Nieuw-Zeeland, die deze problemen niet hebben.

Volgens Bettendorf en Cnossen belast het huidige btw-stelsel slechts 40% van alle consumptieve bestedingen normaal over de omzet, overeenkomstig het doel van de btw-heffing. De overige bestedingen zijn vrijgesteld of onbelast, grotendeels op basis van Europese regels. Zo hoeven de zorgsector, het onderwijs, het bank- en verzekeringswezen, sportverenigingen en loterijen geen btw te berekenen over hun omzet. Zij betalen echter wel btw over hun inkopen. Het gevolg is dat deze sectoren bij hun inkoopbeleid btw-heffing proberen te vermijden en diensten die normaliter zouden worden uitbesteed, in huis verrichten. Dat verstoort de concurrentie en gaat vooral ten koste van het midden- en kleinbedrijf. Deze situatie is ook op de overheid van toepassing.

Tevens stellen Bettendorf en Cnossen dat het verlaagde btw-tarief een ondoelmatig instrument is om de belastingdruk van mensen met lagere inkomens te verlichten. In euro’s hebben hogere inkomensgroepen bijna tweemaal zoveel voordeel van het verlaagde tarief als lagere inkomensgroepen, omdat zij meer goederen en diensten consumeren die daaronder vallen. Bijvoorbeeld duurdere voedselproducten, horeca-, museum- en concertbezoek. Andere vormen van beleid, zoals de inkomstenbelasting en de uitkeringen, zijn betere instrumenten om lage inkomens te steunen.

Voorts blijkt uit diverse berekeningen voor Europese landen dat belasting van vrijgestelde sectoren efficiencywinst kan opleveren en dat het gelijktrekken van de btw-tarieven met compensatie van lagere inkomens de welvaart verbetert.

Het staat Nederland vrij het verlaagde tarief te verhogen, maar VVD, CDA, D66 en CU hebben het niet aangedurfd om het lage btw-tarief geheel af te schaffen. Dit zou uiteraard ook gelijkstaan met het plegen van politieke zelfmoord en het ontstaan van een regelrechte volksopstand.

Er zullen de komende tijd ongetwijfeld nog felle debatten worden gevoerd over dit onderwerp maar met de nieuwe CDA-bewindsman (thans senator) Hoekstra op Financiën zie ik het oud-premier van Agt (CDA) nog declameren met zijn houding van acoliet in de katholieke kerk: ‘Wij buigen niet naar links en wij buigen niet naar rechts’. Visch nog vleesch.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Auteur(s)
mr. F.A. Peppelenbosch
NLFiscaal
NLF-nummer
NLF Opinie 2017/13
Judoreg
NFB1221
Publicatiedatum
25 oktober 2017

Naar de bovenkant van de pagina