Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Het Hof had met de inspecteur een formele lening van ruim 25,6 miljoen euro van een houdstermaatschappij aan een dochter als schijnlening aangemerkt en met kapitaalsbelasting belast. Die dochter was in Azerbeidzjan actief met het opsporen van gas en olie. Volgens de Hoge Raad laten de uitspraak van het Hof en de stukken van het geding echter geen andere conclusie toe dan dat aan de onderhavige geldverstrekking een terugbetalingsverplichting is verbonden en dat het ten tijde van de geldverstrekking niet was te voorzien dat het nimmer tot terugbetaling zou komen. Dit brengt mee dat deze geldverstrekking moet worden beschouwd als een lening en dat er geen sprake is van het bijeenbrengen van kapitaal, aldus de Hoge Raad. De inspecteur heeft ten onrechte kapitaalsbelasting geheven. De uitspraak van het Hof wordt vernietigd. Conform conclusie A-G Van Ballegooijen.

Metadata

Rubriek(en)
Belastingen van rechtsverkeer
Belastingtijdvak
1997
Instantie
HR
Datum instantie
8 september 2006
Rolnummer
42.015
ECLI
ECLI:NL:HR:2006:AV2327
ECLI:NL:PHR:2006:AV2327

Naar de bovenkant van de pagina