Direct naar content gaan

Politieke column

In een democratische rechtsstaat verandert er wel eens een belastingwet. Een wisseling van de wacht is bijvoorbeeld een geëigend moment voor nieuwe machthebbers om wijzigingen door te voeren. Het belastingstelsel houdt daarmee ook enigszins gelijke tred met uiteenlopende maatschappelijke ontwikkelingen. Deze flexibiliteit is gezond, maar slaat soms helaas door. Wijziging op wijziging maakt de fiscaliteit dan tot een onnavolgbare flipperkast met verwerpelijke onvoorspelbaarheid. 

Het spanningsveld tussen enerzijds de noodzaak van belastingwijzigingen en anderzijds het belang van stabiliteit wordt door parlementariërs best gezien. Toch lijkt het erop alsof ze daarbij op hun kop staan, waardoor de belastingwereld er toch heel apart uitziet. Zo worden belastingwijzigingen en zelfs de invoering van hele nieuwe belastingmiddelen met terugwerkende kracht als zoete koek geslikt. Over gebrekkige rechtszekerheid en onbetrouwbaarheid van de overheid hoor je dan vrij weinig, zo bleek vorig jaar nog bij de invoering van de als solidariteitsbijdrage gemunte moralistische vpb (NLF-P 2022/42) en de afroombelasting (NLF-P 2022/44).

Afgelopen week ging het in de Tweede Kamer over een belastingwijziging voor burgers met zonnepanelen (en andere vormen van energieopwekking). Bezitters van zonnepanelen kunnen hun opgewekte stroom bij niet-verbruik leveren aan het net. Indien meer stroom nodig is dan de zonnepanelen op enig moment genereren, wordt stroom aan het net onttrokken. Dit alles valt onder de zogeheten salderingsregeling: het leveren en onttrekken van stroom wordt daarbij tegen gelijke vergoeding door de grote energiemaatschappijen gesaldeerd en is voor de kleinverbruikers neutraal voor de btw en energiebelasting. 

Het kabinet wil af van deze in 2004 per amendement ingevoerde salderingsregeling. Stroomlevering aan het net door zonnepaneelbezitters tegen gelijke vergoeding als de afname geeft vanwege de verschillende marktprijzen een vreemde (over)stimulans. Zonnepanelen zijn langzaamaan gemeengoed geworden en niet iets waarvoor de overheid nog volop fiscale prikkels hoeft te geven, zo is het idee. De regeling schiet zijn doel inmiddels dus voorbij en het is, simpel gezegd, daardoor wel zo’n beetje einde oefening. 

Kamerleden die zich enkele maanden terug in een comateuze slaap hielden toen belastingen met terugwerkende kracht werden ingevoerd, schreeuwen nu moord en brand over afschaffing van de fiscale salderingsregeling. Er werden grote woorden gesproken in het debat. Een onbetrouwbare overheid. Mensen belazeren. Contractbreuk. Weinig langetermijnvisie. Onzekerheid. Spelregels veranderen tijdens de wedstrijd. Oftewel, het ging er opgewonden aan toe.

De feiten liggen echter anders, want als je verrast bent dat de salderingsregeling de bietenbrug opgaat, negeer je de historie. Al in 2013 kwamen de eerste kabinetsgeluiden over het einde van de salderingsregeling. Na een negatieve evaluatie in 2016, repte het regeerakkoord van het vorige kabinet in 2017 over stapsgewijze afschaffing van de regeling. Er kwam echter uitstel. Het desbetreffende wetsvoorstel bleef vervolgens nog vrij lang op de plank liggen. De jaartallen zijn inmiddels aangepast door het nieuwe kabinet. Afgelopen week werd het plan besproken. De kabinetsinzet is om de salderingsregeling vanaf 2025 tot en met 2031 stapsgewijs af te schaffen. Als alle fiscale regelingen met deze lange aanloop- en overgangstijden worden gewijzigd, krijgt de fiscale wetgever de hoofdprijs voor voorbeeldig gedrag.

De positionering van zowel de voorstanders als de tegenstanders van de salderingsregeling vloeit voort uit hun politieke overtuiging of de mate waarin ze vatbaar zijn voor lobbyisten (en dat leidt opvallend genoeg niet altijd tot dezelfde uitkomst). Er is niets mis met de warme pleitbezorgers voor handhaving van de salderingsregeling, maar het is selectieve verontwaardiging om de onbetrouwbaarheid van de overheid bij afschaffing van de regeling in stelling te brengen. Dat argument is gezien de historie niet alleen zwak. Het is bovenal zwak dat nu wel te vinden bij de salderingsregeling, en niet vorig jaar bij de moralistische vpb en de afroombelasting. Betrouwbaarheid is geen saldopost.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Wetsartikelen
Auteur(s)
mr. dr. M.P.A. Spanjers
Columnist
NLF-nummer
NLF-P 2023/2
Publicatiedatum
23 januari 2023
bwbr0002629&artikel=9

Naar de bovenkant van de pagina