Samenvatting
Tot voor kort ging de discussie over de ‘dubbele petten’ in de belastingwetenschap, maar nu ligt met name de NOB (en in het kielzog daarvan het RB) onder vuur. Felix Peppelenbosch legt uit wat er aan de hand is.
Opinie
De NOB en het RB sturen van oudsher commentaren op fiscale wetsvoorstellen naar de Tweede Kamer, maar er zijn nog maar twee fracties in de Kamer die in hun bijdragen voor de schriftelijke verslagen vrijwel standaard aan de staatssecretarissen van Financiën om een integrale reactie vragen op deze commentaren en wel de VVD en het CDA. Daarover is inmiddels het nodige te doen. Dat is niet alleen in de Kamer het geval, maar ook fiscalisten van naam en faam laten zich niet onbetuigd. Is het tijd voor enige zelfreflectie bij de beide beroepsorganisaties? Met name de NOB moet het hierbij ontgelden.
‘De Tweede Kamer opnieuw geschoffeerd…’
Zo is er bij de commissie voor Financiën de afgelopen dagen veel te doen geweest over de commentaren van de NOB en het RB op het pakket Belastingplan 2022. De Tweede Kamerleden Folkert Idsinga (VVD) en Inge van Dijk (CDA) hadden in hun schriftelijke inbreng voor het verslag bij het pakket Belastingplan 2021 aan staatssecretaris Vijlbrief gevraagd om integraal in te gaan op de commentaren van de NOB en het RB. Vijlbrief heeft dat echter niet gedaan, blijkt uit de nota’s naar aanleiding van de verslagen bij de wetsvoorstellen die samen het pakket Belastingplan 2022 vormen. Daarop schreef Edwin Heithuis het stuk ‘De Tweede Kamer opnieuw geschoffeerd…’, dat op 18 oktober 2021 werd geplaatst op TaxLive. Volgens Heithuis heeft de Toeslagenaffaire voldoende laten zien dat in elk geval de opvolgende kabinetten Rutte het met de informatievoorziening van de Tweede Kamer niet zo nauw nemen. ‘Liegen, bedriegen, Tweede Kamerleden wegzetten als vervelende horzels is bij deze kabinetten schering en inslag (geweest).’ Daarom moeten nieuwe toeslagachtige affaires volgens hem worden voorkomen. Heithuis is het langst zittende lid van de Commissie Wetsvoorstellen van de NOB.
Overigens was Folkert Idsinga voor zijn Kamerlidmaatschap werkzaam als belastingadviseur bij Baker & McKenzie. Inge van Dijk heeft geen fiscale achtergrond, maar is als fiscaal woordvoerster de opvolger van Kamerlid Pieter Omtzigt.
Kamervragen Idsinga en Van Dijk over integrale beantwoording
Idsinga en Van Dijk stelden vervolgens op 19 oktober 2021 (niet toevallig) Kamervragen over dit artikel en eisten alsnog dat Vijlbrief de commentaren van de NOB en het RB integraal zou beantwoorden. Dat is uiteindelijk ook gebeurd. De commentaren zijn op 28 oktober alsnog van een antwoord voorzien en aan de Kamer gestuurd als bijlage bij de gedeeltelijke schriftelijke beantwoording van het op 15 oktober gehouden (eerste) wetgevingsoverleg over het pakket Belastingplan 2022. De goede lezer merkt op dat van een integrale beantwoording geen sprake is. En het antwoord op veel vragen luidt vaak dat een en ander afhankelijk is van de omstandigheden van het geval.
Vijlbrief geeft aan waarom hij voortaan wil afzien van integrale beantwoording
Dit onderwerp keerde op 1 november 2021 terug tijdens het tweede wetgevingsoverleg over het pakket Belastingplan 2022. Vijlbrief gaf aan dat hij stevige opvattingen heeft over een integrale beantwoording van de commentaren van de NOB en het RB. De beroepsorganisaties zijn immers niet vertegenwoordigd in het parlement. Daarom is hij van mening dat hij de commentaren niet integraal hoeft te beantwoorden. Dit gaat hij ook aan zijn opvolger adviseren. Maar als de Kamer expliciet vraagt om een integrale beoordeling wil hij dit best doen. Er zit volgens hem ook een schaduwkant aan het integraal beantwoorden van commentaren. Veel wetsvoorstellen worden vaak eerst ter internetconsultatie voorgelegd en daar reageren de NOB en het RB ook op. Heeft het dan veel zin om dan nog een keer integraal de commentaren te beantwoorden, hield Vijlbrief de Kamer voor. Verder zei Vijlbrief dat hij uiteraard bereid is de relevante vragen en opmerkingen te beantwoorden. Dat heeft volgens hem wel een duidelijke toegevoegde waarde.
Kamer sputtert niet tegen
Idsinga sputterde nog wel wat tegen de opvattingen van Vijlbrief, maar slaagde er niet in de argumenten van Vijlbrief te weerleggen. Tweede Kamerlid Senna Maatoug is het net als haar onlangs vertrokken voorganger, Bart Snels (GroenLinks), geheel eens met de opvatting van Vijlbrief. Kamerlid Henk Nijboer (PvdA) heeft al eerder aangegeven het met het standpunt van Vijlbrief eens te zijn. De overige woordvoerders die bij het wetgevingsoverleg aanwezig waren, hebben zich verder niet met deze discussie bemoeid. Dat was ook niet nodig, want het zijn immers alleen de VVD en het CDA die vrijwel altijd om een reactie op de commentaren van de NOB en het RB vragen. De overige fracties doen dit vrijwel nooit.
Eerdere discussie over de rol van de wetscommentaren en de positie van de VVD
De rol van de wetscommentaren van de beroepsorganisaties en de positie hierin van Idsinga kwam overigens ook al tijdens het eerste wetgevingsoverleg over het pakket Belastingplan 2022 op 25 oktober 2021 aan de orde. Een paar citaten uit het debat:
Nilüfer Gündoğan (Volt):
Mahir Alkaya (SP):
Pieter Omtzigt (Lid Omtzigt):
Ondertussen buiten de Tweede Kamer
Jan van de Streek
Op 24 oktober 2021 publiceerde het FD een opinie van Jan van de Streek. Deze heeft als kop: ‘Aggressieve lobby belastingadviseurs begint gênante vertoning te worden’. Van de Streek is van mening dat in de commentaren van de NOB en het RB het eigenbelang de boventoon voert. Van de Streek vindt dat de beroepsgroep nodig moet reflecteren op hun relevantie voor de samenleving.
Laurens Berentsen
Op dezelfde dag ging FD-verslaggever Laurens Berentsen in op de vraag hoeveel aandacht een staatssecretaris van Financiën moet besteden aan de commentaren van de NOB en het RB. Berentsen constateert terecht dat de meningen daarover sterk uiteen lopen.
Robert van der Jagt
Robert van der Jagt, voorzitter van de Commissie Wetsvoorstellen en partner bij KPMG Meijburg & Co, zegt in het artikel van Laurens Berentsen zich niet in deze kritiek te herkennen.
Sicco Faber
Vervolgens deed ook raadsheer-plaatsvervanger Sicco Faber een duit in het zakje in het FD van 28 oktober 2021. Volgens Faber doen de NOB en het RB met hun commentaren niks onoorbaars. De beschuldiging van Van de Streek dat de commentaren niet zelden dienen om mazen te maken in nieuwe wetten noemt hij onjuist en ongeloofwaardig.
Faber was partner bij PWC en veertien jaar lid van de Commissie Wetsvoorstellen van de NOB. En passant grijpt Faber zijn reactie aan om te pleiten tegen de voorgestelde verlaging tot 20% in de earingsstrippingmaatregel.
Sam van der Vlugt
Volgens Sam van der Vlugt slaat Van de Streek met zijn opiniebijdrage de spijker op de kop door de hoogst opmerkelijke opstelling van de NOB aan de kaak te stellen. Volgens Van der Vlugt omvat lobbywerk niet het recht altijd je zin te krijgen. Dit schrijft hij in het FD van 28 oktober 2021.
Volgens van der Vlugt doet de NOB er beter aan om zijn commentaar inhoudelijk te splitsen. Stel in het wetscommentaar neutrale vragen, en communiceer de lobbyvraagstukken van de NOB op een andere wijze, mét de daarbij behorende verwachtingen. Van der Vlugt is onderzoeker European Tax Law aan de Universiteit van Salerno en de Universiteit Antwerpen.
Niels Boef
De voorzitter van de NOB, Niels Boef, heeft op 29 oktober 2021 op de website van de NOB aangegeven wat de rol van de NOB in het maatschappelijk debat is.
Volgens Boef staat zorgvuldigheid bij de wetscommentaren voorop. In de wetscommentaren mogen de belangen van leden of van de klanten van leden niet doorklinken.
Leo Stevens
Ook Leo Stevens voelt zich geroepen om op de opinie van Van de Streek te reageren. In het WFR van 1 november 2021 schrijft hij dat hij van mening is dat van een agressieve lobby van de NOB en het RB in het geheel geen sprake is.
Door de toonzetting waarin het wetgevingscommentaar wordt weggezet als een plat lobby-instrument wordt volgens Stevens een negatieve bijklank opgeroepen alsof er iets wordt bekokstoofd, wat zou betekenen dat iets op listige wijze, in het geniep, wordt geritseld. Met betrekking tot de wetgevingscommentaren is dat een ongewenste framing. Het is volgens hem juist een transparante vorm van inbreng van hoogwaardige kennis. Als bewindspersoon zou hij daar blij mee zijn. De discussie zit bij Stevens kennelijk hoog. In een door de redactie van TaxLive op 3 november 2021 afgenomen interview geeft hij nog eens aan waarom er niks mis is met de wetscommentaren van de NOB en het RB.
Michiel Spanjers
En toen ging het mis. Spanjers stapt op als parlementair redacteur bij het WFR.
Ergens is er bij de redactie van het WFR iets helemaal misgegaan. Michiel Spanjers had als parlementair publicist van het WFR een goede analyse gemaakt van het politieke en maatschappelijke krachtenveld. Spanjers concludeert in zijn column deze week dat de wetscommentaren ook weer niet geheel ten onrechte een negatieve lading hebben gekregen. Op 3 november 2021 stuurde hij het volgende bericht de wereld in:
Vanmiddag heb ik de redactie van het Weekblad fiscaal recht (WFR) laten weten per direct te stoppen als schrijver van de rubriek Parlementair in het WFR. Zodra “mijn” Parlementair niet meer onbevangen kan worden gelezen, maar in een frame wordt geplaatst, houdt het voor mij direct op. Dit is helaas in de aflevering van deze week het geval geweest door plaatsing van de column van Leo Stevens. Op een later moment – deze week of begin volgende week – zal ik mijn besluit uitgebreider toelichten. Voor nu volstaat het publieke bericht dat ik per direct de pen neerleg.’
Ondertussen in de Tweede Kamer
Tijdens het tweede wetgevingsoverleg over het pakket Belastingplan 2022, op 1 november 2021, heeft staatssecretaris Vijlbrief onder andere gesproken over de aanpak van belastingontwijking. Vijlbrief vindt het belangrijk dat de reputatie van Nederland op dit punt wijzigt of gewijzigd wordt en gewijzigd blijft. Nederland had tien jaar geleden echt een slechte reputatie. Vijlbrief gaf aan dat de onderlaag van het bestrijden van belastingontwijking internationale samenwerking moet zijn, het liefst zo breed mogelijk. Hij had het over de volgende drie lagen bij de aanpak van belastingontwijking: (i) internationale samenwerking tegen belastingontwijking (binnen de OESO), (ii) nationale aanpak van belastingontwijking en (iii) een tax governance code voor de belastingadviespraktijk.
Aanpak van belastingontwijking
Volgens Vijlbrief is Nederland de afgelopen jaren onder invloed van een aantal Kamerleden maar ook onder impuls van de regering verdergegaan dan andere landen met de aanpak van belastingontwijking. Vijlbrief noemde als voorbeeld de bronbelastingen op rente of royalty’s en straks ook op dividenden. Ook noemde hij de strengere implementatie van Europese richtlijnen ATAD1 en ATAD2 en het invoeren van maatregelen uit het rapport Ter Haar. Kortom, het kabinet heeft volgens hem al heel veel dingen gedaan om het imago van Nederland te verbeteren. Ook het rapport Ter Haar II – over doorstroomvennootschappen – zal zo snel mogelijk naar de Kamer worden gezonden. Maar daarmee is het volgens hem nog niet af.
Tax governance code voor de belastingadviespraktijk
Dan zit er nog een laag bovenop die Vijlbrief zelf belangrijk vindt. Hij denkt dat het voor de belastingadviespraktijk goed zou zijn als zij samen met het bedrijfsleven – daar is VNO-NCW ook mee bezig – toch gaan proberen om iets van een tax governance code af te spreken. Het maakt hem niet uit hoe je het noemt, maar eigenlijk is het een set afspraken over wat je wel en niet doet. Over wetten ligt namelijk ook altijd nog iets van gedrag en moraal. Vijlbrief:
Ondertussen bij de NOB
NOB werkt aan aanpassing code of conduct
Op 3 november 2021 heeft de NOB op LinkedIn (opmerkelijk genoeg niet op de NOB-website, en ook niet op Twitter) bekendgemaakt het belang van een tax governance code te benadrukken. De samenleving heeft volgens de NOB – terecht – hoge verwachtingen ten aanzien van verantwoord gedrag, ook op het terrein van belastingen. De NOB werkt momenteel aan een aanpassing van hun eigen code of conduct, die daaraan bij moet dragen.
Conclusie
Na de recente discussie over de ‘dubbele petten’ is de aandacht nu volledig verplaatst naar de ‘lobby-activiteiten’ van de NOB.
Moet de NOB in de spiegel kijken en een poging gaan doen zichzelf opnieuw uit te vinden, met als doel een manier te vinden waarop wel een zinvolle en maatschappelijk relevante bijdrage kan worden geleverd aan de totstandkoming van belastingwetten? Deze vraag zal door velen verschillend worden beantwoord. In ieder geval is het volgens mij nu wel de tijd voor enige zelfreflectie bij de NOB.