Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Aan bedrijf X (belanghebbende), gevestigd te Frankrijk, is een utb opgelegd voor een bedrag van € 712.643, waarover een bedrag van € 32.480 aan rente op achterstallen verschuldigd is.

X heeft een bezwaarschrift in de Franse taal ingediend. De Inspecteur heeft geprobeerd het bezwaarschrift te vertalen (onder andere) met het programma Google Translate. Het merendeel van de gronden van het bezwaar bleef voor hem onbegrijpelijk. Hij heeft X daarom verzocht om een vertaling van het bezwaarschrift. X heeft echter geen vertaling overgelegd.

Het bezwaar is niet-ontvankelijk verklaard. In geschil is of dat terecht is.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 24 juni 2022 (20/02073, ECLI:NL:HR:2022:943, NLF 2022/1288, met noot van Vetter) overwogen dat uiterlijk in de daartoe strekkende uitspraak op bezwaar de Inspecteur moet motiveren waarom hij een vertaling van het bezwaarschrift noodzakelijk vindt voor een goede behandeling van het bezwaar. De Inspecteur heeft dit nagelaten. In zoverre kleeft aan de uitspraak op bezwaar een motiveringsgebrek.

In beroep heeft de Inspecteur het motiveringsgebrek hersteld. Dat leidt ertoe dat uitspraak op bezwaar niet behoeft te worden vernietigd. De bezwaarprocedure eindigt met de uitspraak op bezwaar. Rechtbank Noord-Holland verklaart het beroep ongegrond.

De Inspecteur heeft erkend dat hij ten onrechte niet in de bezwaarfase heeft gemotiveerd waarom een vertaling van het bezwaarschrift noodzakelijk was voor de behandeling van het bezwaar. Om deze reden komen het griffierecht en de (forfaitaire) proceskosten voor zijn rekening.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2023
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
6 januari 2025
Rolnummer
24/661
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2025:87
NLF-nummer
NLF 2025/0520
Aflevering
4 maart 2025
bwbr0005537&artikel=6:5&lid=3,bwbr0005537&artikel=6:5&lid=3

Naar de bovenkant van de pagina