Direct naar content gaan

Samenvatting

In dit besluit (Stcrt. 2025, 5793) wijst de staatssecretaris aan als massaal bezwaar als bedoeld in artikel 25c AWR de bezwaren tegen:

  • de met ingang van 1 oktober 2020 in rekening gebrachte belastingrente voor de vennootschapsbelasting en de bronbelasting;
  • de met ingang van 1 januari 2022 in rekening gebrachte belastingrente voor de solidariteitsbijdrage;
  • de met ingang van 1 januari 2024 in rekening gebrachte belastingrente voor de minimumbelasting; en
  • de met ingang van 1 januari 2025 in rekening gebrachte belastingrente over het winstaandeel,

voor zover die bezwaren het percentage van de belastingrente betreffen dat op grond van artikel 30hb AWR jo. artikel 1, onderdeel b, Besluit belasting- en invorderingsrente (hierna: Besluit BIR) dan wel, met ingang van 1 januari 2024, jo. artikel 1, lid 2, Besluit BIR geldt.

Dit besluit is met ingang van 15 februari 2025 in werking getreden.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
1 oktober 2020 e.v.
Instantie
MvF
Datum instantie
7 februari 2025
Rolnummer
2025-3886
Auteur(s)
E.P. Hageman LLM
Deloitte / Erasmus Universiteit Rotterdam
NLF-nummer
NLF 2025/0535
Aflevering
11 maart 2025
Judoregnummer
JCDI:NFB6837
bwbr0002320&artikel=30hb,bwbr0002320&artikel=30hb,bwbr0002672&artikel=27,bwbr0002672&artikel=27,bwbr0043680&artikel=1,bwbr0043680&artikel=1,bwbv0001000&artikel=14,bwbv0001000&artikel=14,bwbv0001001&artikel=1,bwbv0001001&artikel=1

Naar de bovenkant van de pagina