Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

De Invorderingsambtenaar van de gemeente Helmond heeft X (belanghebbende) aangemaand om een naheffingsaanslag parkeerbelasting te betalen. Daarbij heeft hij € 8 aanmaningskosten in rekening gebracht.

X stelt dat de Invorderingsambtenaar de aanmaningskosten ten onrechte in rekening heeft gebracht omdat hij de naheffingsaanslag niet heeft ontvangen.

Volgens Rechtbank Oost-Brabant kwalificeert de interne administratie van de Invorderingsambtenaar niet als een verzendadministratie die voldoet aan de eisen die de Hoge Raad hieraan stelt (HR 17 juni 2022, 20/02700, ECLI:NL:HR:2022:875, NLF 2022/1335, met noot van Van Hoek).

De Rechtbank matigt, gelet op de bijzondere omstandigheden, de proceskostenvergoeding voor X tot € 200. Het belang dat in deze zaak wordt nagestreefd is maar € 8. Daarnaast verleent de gemachtigde van X rechtsbijstand in een veelvoud van soortgelijke invorderingszaken over dezelfde geschilpunten, met dezelfde juridische argumenten over de verzendadministratie. Tot slot zijn zowel het door de gemachtigde opgestelde bezwaar- als beroepsschrift van zeer algemene aard en standaardmatig. Als met deze omstandigheden geen rekening zou worden gehouden, leidt dit zonder twijfel tot een vergoeding die de in redelijkheid gemaakte kosten ver overtreft, aldus de Rechtbank.

Metadata

Rubriek(en)
Invordering
Belastingtijdvak
2022
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Datum instantie
29 mei 2024
Rolnummer
23/1124
ECLI
ECLI:NL:RBOBR:2024:2249
NLF-nummer
NLF 2024/2000
Aflevering
3 september 2024
bwbr0002645&artikel=2,bwbr0002645&artikel=2

Naar de bovenkant van de pagina