Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De Luxemburgse vennootschap Navitours organiseert toeristische rondvaarten over een deel van de Moezel dat krachtens het grensverdrag van 1984 onder gemeenschappelijke soevereiniteit valt van Duitsland en Luxemburg (Duits-Luxemburgs condominium). Wegens deze status waren deze activiteiten jarenlang door de Luxemburgse belastingdienst geacht buiten de werkingssfeer van de btw-regelgeving te vallen, zodat die dienst geen betaling van deze belasting over de prijs van de verkoop van biljetten voor het vervoer van personen door Navitours had gevorderd. Op 5 augustus 2015 heeft deze belastingdienst ambtshalve belastingaanslagen afgegeven met betrekking tot de omzet van Navitours voor 2004 en 2005, waarbij de door deze vennootschap verrichte vervoerdiensten werden geacht aan de btw te zijn onderworpen.

De Cour de cassation (hoogste rechterlijke instantie, Luxemburg) heeft twijfels over de uitlegging van artikel 2, lid 1 en artikel 9, lid 2, onderdeel b, Zesde Richtlijn en heeft aan het HvJ een prejudiciële vraag gesteld.

Het HvJ antwoordt op de vraag dat de artikelen aldus moeten worden uitgelegd dat een lidstaat belasting moet heffen over toeristische rondvaarten die door een in deze lidstaat gevestigde dienstverrichter worden verricht binnen een grondgebied dat krachtens een tussen deze lidstaat en een andere lidstaat gesloten internationaal verdrag een gemeenschappelijk grondgebied vormt dat onder de gezamenlijke soevereiniteit van deze lidstaten valt en waarvoor geen door het Unierecht toegestane afwijking geldt, voor zover deze diensten niet reeds door die andere lidstaat zijn belast. De heffing van belasting over deze diensten door een van de lidstaten belet de andere lidstaat deze diensten op zijn beurt te belasten, onverminderd de mogelijkheid voor deze twee lidstaten om de belastingheffing over de binnen dat grondgebied verrichte diensten op een andere wijze te regelen, met name door middel van een overeenkomst, op voorwaarde dat wordt voorkomen dat inkomsten niet of dubbel worden belast.

Conform Conclusie A-G Szpunar (NLF 2022/0823, met noot van Bijl).

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2004-2005
Instantie
HvJ
Datum instantie
1 augustus 2022
Rolnummer
C‑294/21
ECLI
ECLI:EU:C:2022:608
Auteur(s)
Toon Vroon
Hof Den Haag
NLF-nummer
NLF 2022/1629
Aflevering
25 augustus 2022
Judoreg
NFB5196

Naar de bovenkant van de pagina