Samenvatting
De minister van SZW heeft de schriftelijke vragen van de Eerste Kamer over dit wetsvoorstel beantwoord.
Dit wetsvoorstel bevat verschillende wijzigingen van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling, de Wet op het financieel toezicht, de Wet IB 2001 en de Wet LB 1964.
In het pensioenakkoord is afgesproken dat mensen meer keuzevrijheid krijgen bij de aanwending van hun pensioen, door mogelijk te maken dat zij een beperkt deel van het pensioenvermogen kunnen opnemen als een bedrag ineens. Voorts is afgesproken mensen meer keuzemogelijkheden te bieden om eerder te kunnen stoppen met werken. Het betreft allereerst de tijdelijke facilitering van de mogelijkheid om in sectoren en ondernemingen uittredingsregelingen te financieren waarmee werknemers de mogelijkheid krijgen om drie jaar voor de AOW-leeftijd te stoppen met werken. Dit wordt gedaan door een versoepeling van de pseudo-eindheffing op regelingen voor vervroegde uittreding (RVU-heffing). Daarnaast is afgesproken dat er meer fiscale ruimte wordt geboden om verlof op te sparen, mede om vervroegd uittreden mogelijk te maken.
Dit wetsvoorstel strekt tot uitwerking van de voornoemde maatregelen.