Samenvatting
Met de voorgestelde afschaffing van de Wet Hillen zet de overheid zichzelf neer als onbetrouwbaar, eerst mensen verleiden met een voordeel en als ze hebben afgelost het voordeel afschaffen. De eigenwoningregeling is een wetstechnisch monstrum en dient zo ‘Snel’ mogelijk te worden vervangen door een nieuwe, eenvoudiger en toekomstbestendige regeling, bij voorkeur door de eigen woning in box 3 te plaatsen met een speciaal regime/overgangsregeling voor de renteaftrek. Het debat over de afschaffing van de Wet Hillen getuigt van een ongekende onnozelheid. Hoewel het gaat om een kleine aanpassing, kan het grote gevolgen hebben voor huizenprijzen. Bovendien zet de overheid zichzelf op deze wijze neer als onbetrouwbaar.
Opinie
Tijdens het filibusteren bij de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel tot afschaffing van de Wet Hillen, moest ik onwillekeurig denken aan mijn favoriete Kuifje-boek ‘Raket naar de maan’. Nadat kapitein Haddock zijn hoofd heeft gestoten aan een lage deuropening (duizend bommen en granaten), beticht hij professor Trifonius Zonnebloem van het uithangen van de onnozele. Zonnebloem ontsteekt in zijn gebruikelijke toorn en sleept Haddock mee naar de raket die hij heeft gebouwd en vraagt hem of dit het werk van een onnozele is.
Aanpassen eigenwoningregeling
Het optreden van de nieuwe staatssecretaris Menno Snel deed me denken aan professor Zonnebloem. Niet dat hij in toorn ontstak, maar veeleer vanwege onbegrip, dommigheid en onnozelheid waarmee hij werd omringd en de verwijzing naar de eigenwoningregeling, een immens bouwwerk dat toch lastig als het werk van een onnozele kan worden gezien. Het afschaffen van het voordeeltje van de Wet Hillen is een klein onderdeel in de aanpassing van de complexe eigenwoningregeling. Ik heb deze wettelijke regeling op een rijtje gezet. Vanuit de officiële website van de overheid heb ik de platte tekst van Afdeling 3.6 Wet IB 2001 gekopieerd naar een Word-document. In Calibri 12, normale regelafstand, blijkt dit 13 pagina’s te beslaan en 6.459 woorden te bevatten, dit exclusief de onbegrijpelijke formule van artikel 3.119c, lid 1, Wet IB 2001. De eigenwoningregeling is niet alleen uiterst complex en nagenoeg onleesbaar, maar overstijgt ook met meer dan 50% het aantal woorden dat een wetenschappelijk doorwrocht artikel in het Weekblad voor fiscaal recht volgens de redactie maximaal behoort te beslaan.
Populistisch instrumentalisme
De eigenwoningregeling is al decennia lang geteisterd door fiscaal instrumentalisme van de ergste soort, het stimuleren van het eigenwoningbezit heeft geleid tot een wetgevingsmonstrum en een ernstige verstoring van de economische verhoudingen op de woningmarkt. Te lang is de renteaftrek speelbal geweest van ruggengraatloze politici, niemand durfde dit heilige huisje omver te halen. Uiteindelijk heeft de wal het schip gekeerd, zijn de te hoog gestegen huizenprijzen extreem gekelderd in de financiële crisis, zijn veel gezinnen met een enorme schuld blijven zitten, en begint het erop te lijken dat realiteitszin omtrent de renteaftrek eigen woning ook bij politici begint door te dringen.
Labbekakwetgeving
Sinds 2013 geldt een verplichte aflossing in 30 jaar, dat is een goede eerste stap. Weliswaar is ook deze regeling uitermate slecht geredigeerd en kan de kwalificatie labbekakwetgeving zelfs een compliment worden genoemd. De techniek van het beperken van de renteaftrek van het huidige maximale tarief naar 38% in 28 stappen verdient bepaaldelijk geen schoonheidsprijs qua wetgevingstechniek en kan ook leiden tot ongewenste effecten, zoals een bijtelling die hoger is dan de aftrekpost, weliswaar gaat het dan om kleine bedragen, maar kloppen doet het niet.
Onbetrouwbare overheid
In het regeerakkoord wordt de afbouw van de renteaftrek versneld, echter zonder de wetssystematiek aan te passen. Ook wordt voorgesteld de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld in 30 jaar af te bouwen. Begrijpelijkerwijs is de reactie dat dit overkomt als een onbetrouwbare overheid. De regeling is ingevoerd om ouderen met een kleine eigenwoningschuld te stimuleren de schuld geheel af te lossen, dit terwijl de goegemeente nog aflossingsvrije hypotheken afsloot bij de vleet. Degenen die positief hebben gereageerd op deze overheidsstimulans worden nu getroffen. Dat komt unfair over. Je verleidt mensen iets te doen met een voordeel, en als ze het hebben gedaan dan schaf je het voordeel af. Dat heet volgens mij onbetrouwbaar en unfair.
Kan de Belastingdienst het niet tijdig verwerken?
Het snel door de Tweede Kamer jassen van het wetsvoorstel omdat de Belastingdienst het anders niet in de systemen kan verwerken is een gotspe, curieus dat de Kamer in het filibusteren dit element niet uitgebreid heeft belicht. De aangifte IB 2018 hoeft pas te worden ingediend in het voorjaar van 2019, dan moeten de systemen van de Belastingdienst zo’n eenvoudige wijziging toch makkelijk hebben kunnen verwerken? Voor de voorlopige aangifte IB 2018 lijkt het mij niet onoverkomelijk als deze wijziging er niet tijdig in is verwerkt, dat kan ook in de loop van het jaar en wordt uiteindelijk toch in de definitieve aanslag IB rechtgetrokken.
Taak voor de Eerste Kamer
Neemt niet weg dat de gehele regeling op de schop moet, hier toont staatssecretaris Menno Snel zich een ware Trifonius Zonnebloem, hij belooft een diepgravende studie in 2020, met andere woorden het wordt op het bordje van een volgend kabinet gelegd. Het lijkt mij goed als de Eerste Kamer hier een stokje voor steekt! Ophouden met verstellen van een ernstig versleten lappendeken, maak een nieuwe regeling die leesbaar en toekomstbestendig is (veel voorstellen liggen al klaar), zoals een faire overheid betaamt, mag ik dit fatsoen noemen?