Besluit SVB inzake aanvraag dubbele kinderbijslag vernietigd wegens onzorgvuldig onderzoek
Rechtbank Overijssel, 26 juli 2024
Samenvatting
De SVB heeft geweigerd om aan X (belanghebbende) voor haar kind dubbele kinderbijslag toe te kennen wegens onvoldoende bewijs voor intensieve zorg.
Rechtbank Overijssel oordeelt dat het onderzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), waarop de SVB zich baseerde, niet zorgvuldig is uitgevoerd. Er is onvoldoende rekening gehouden met de specifieke zorgbehoeften van kinderen met een psychiatrische aandoening zoals ADHD.
Het besluit van de SVB wordt vernietigd en het CIZ moet een nieuw onderzoek uitvoeren waarbij alle relevante feiten en omstandigheden opnieuw moeten worden beoordeeld.
Het beroep van X is gegrond.
In Nederland komt iemand in aanmerking voor dubbele kinderbijslag op basis van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) als er sprake is van een kind dat intensieve zorg nodig heeft. Dit betekent dat het kind door een ernstige ziekte of beperking zodanig beperkt is in het dagelijks functioneren dat de verzorging door de ouders in ernstige mate wordt verzwaard.
BRON
Uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
eiseres, uit woonplaats, eiseres,
en
de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, de Svb, gemachtigde: mr. drs. N. Diamant.
Inleiding
1.1. In het besluit van 11 augustus 2023 heeft de Svb aan eiseres meegedeeld dat zij voor [naam 1] ([naam 1]) geen dubbele kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) krijgt.
1.2. Met het bestreden besluit van 12 maart 2024 op het bezwaar van eiseres is de Svb bij dat besluit gebleven.
1.3. Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
1.4. De Svb heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.5. De rechtbank heeft het beroep op 9 juli 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben eiseres, haar partner [naam 2] en de gemachtigde van de Svb deelgenomen.
Totstandkoming van het besluit
2.1. [naam 1] is geboren op [geboortedatum] 2007. Eiseres ontving voor haar enkelvoudige kinderbijslag. Eiseres heeft eerder in februari 2022 voor (onder meer) [naam 1] dubbele kinderbijslag aangevraagd. Die aanvraag heeft de Svb afgewezen. Het bezwaar dat eiser daartegen heeft gemaakt, is ongegrond verklaard. Het daartegen ingestelde beroep heeft deze rechtbank in de uitspraak van 7 februari 2023 (ECLI:NL:RBOVE:2023:455) ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep ingesteld.
2.2. Op 24 mei 2023 heeft eiseres voor [naam 1] dubbele kinderbijslag aangevraagd. Daarna heeft de Svb de besluiten genomen zoals hierboven in de inleiding is weergegeven.
Standpunten van partijen
3.1. Volgens de Svb komt eiseres niet in aanmerking voor dubbele kinderbijslag, omdat [naam 1] geen intensieve zorg nodig heeft. De Svb baseert zich daarbij op een medisch advies van het CIZ. Een kind van 10-17 jaar heeft intensieve zorg nodig als het CIZ minimaal 3 punten toekent voor een zware zorgbehoefte als bedoeld in de Regeling uitvoering dubbele kinderbijslag bij intensieve zorg (Regeling). Het CIZ heeft de situatie van [naam 1] beoordeeld en geen punten toegekend voor de onderwerpen op grond waarvan wordt beoordeeld of sprake is van intensieve zorg.
3.2. Eiseres stelt zich op het standpunt dat de Svb ten onrechte geen dubbele kinderbijslag voor [naam 1] heeft toegekend. Volgens eiseres is het duidelijk [naam 1] veel meer zorg en begeleiding nodig heeft dan gebruikelijk is. Eiseres stelt dat de Svb niet goed in kaart heeft gebracht welke intensieve zorg [naam 1] nodig heeft. De vragenlijst van het CIZ is namelijk alleen gericht op kinderen met een lichamelijke beperking en niet met een geestelijke beperking. [naam 1] heeft juist vanwege ADHD en gedragsproblemen intensieve zorg nodig. De Svb heeft geen oog voor de ernst van de situatie van [naam 1]. Zo had het CIZ punten moeten toekennen voor de onderwerpen gedrag, communicatie, alleen thuis zijn, begeleiding buitenshuis en bezighouden/handreikingen. Ter onderbouwing van haar betoog verwijst eiseres naar een rapport van 28 maart 2024 van de Raad voor de Kinderbescherming. Ook heeft zij verwezen naar een e-mailbericht van de Afdeling Publieksinformatie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 februari 2024. In dat e-mailbericht staat onder meer dat er het afgelopen jaar onderzoek is gedaan naar het advies van het CIZ voor kinderen met een psychische aandoening, en dat uit dat onderzoek is gebleken dat het beoordelingskader in sommige gevallen onvoldoende passend is om intensieve zorg te beoordelen bij kinderen met een psychiatrische aandoening. Verder heeft eiseres een rapport Specialistische Jeugdhulp van 2 april 2024 en informatie over strafzaken waarbij [naam 1] betrokken was, overgelegd.
3.3. In reactie op wat eiseres heeft aangevoerd heeft de Svb een nader medisch advies van 24 mei 2024 van het CIZ overgelegd en geconcludeerd dat geen aanleiding bestaat het eerder ingenomen standpunt te wijzigen.
Beoordeling door de rechtbank
4.1. De rechtbank beoordeelt of de Svb de aanvraag om dubbele kinderbijslag voor [naam 1] terecht heeft afgewezen. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
Beoordelingskader
4.2.1. Op grond van artikel 7a, eerste lid, van de AKW heeft een verzekerde voor een tot zijn huishouden behorend kind dat drie jaar is of ouder, maar nog niet de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, recht op een verdubbeling van het bedrag aan kinderbijslag, genoemd in artikel 12, eerste en tweede lid, indien het kind is aangewezen op een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen mate van intensieve zorg.
4.2.2. Op grond van artikel 11, eerste lid, van het Besluit uitvoering kinderbijslag (Buk) is van intensieve zorg als bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de AKW sprake als een kind zodanig ernstig beperkt is in het dagelijks functioneren als gevolg van een ziekte of stoornis van lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of geestelijke aard dat de verzorging en oppassing door de ouders in ernstige mate wordt verzwaard. Op grond van het tweede lid van artikel 11 van het Buk worden bij ministeriële regeling nadere regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop wordt vastgesteld of er sprake is van intensieve zorg als bedoeld in het eerste lid.
4.2.3. Op grond van artikel 12, eerste lid, van het Buk wint de Svb, om te bepalen of een kind intensieve zorg behoeft, een op medische gegevens gebaseerd advies in bij het Centrum indicatiestelling zorg, genoemd in artikel 7.1.1, eerste lid, van de Wet langdurige zorg. In het tweede lid is bepaald dat bij ministeriële regeling nadere regels worden gesteld met betrekking tot de procedure alsmede de beoordelingscriteria waarop het advies, bedoeld in het eerste lid, wordt gebaseerd.
4.2.4. Deze ministeriële regeling is de in 3.1 genoemde Regeling. In artikel 1 van de Regeling is bepaald, voor zover van belang, dat in deze regeling onder advies wordt verstaan: een op medische gegevens gebaseerd advies als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van het Buk.
4.2.5. Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Regeling kan de Svb vaststellen dat er sprake is van intensieve zorg indien het advies positief luidt. Op grond van het tweede lid, aanhef en onderdeel b, luidt het advies positief indien het kind blijkens de beoordeling van het CIZ intensieve zorg nodig heeft.
4.2.6. In artikel 3, eerste lid, van de Regeling is bepaald dat de beoordeling, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, tot stand komt aan de hand van de volgende items:
- lichaamshygiëne;
- zindelijkheid;
- eten en drinken;
- mobiliteit;
- medische verzorging;
- gedrag;
- communicatie;
- alleen thuis zijn;
- begeleiding buitenshuis;
- bezig houden, handreikingen.
In het tweede lid is bepaald dat indien het CIZ oordeelt dat er sprake is van een zware zorgbehoefte op een item, het CIZ op dit item een punt toekent.
Ingevolge het derde lid, aanhef en onder c, behoeft het kind intensieve zorg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, indien het 10-17 jaar is en het CIZ minimaal 3 punten toekent.
4.2.7. In de toelichting bij artikel 3 van de Regeling staat onder meer: “(…) indien er sprake is van een zware zorgbehoefte zal het CIZ op het desbetreffende item een punt toekennen. Met een zware zorgbehoefte wordt bedoeld dat de zorg die de ouders verlenen aanzienlijk zwaarder is dan de zorg voor een normaal gezond kind van een vergelijkbare leeftijd.”
4.3.1. Het CIZ hanteert bij de beoordeling als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, van de Regeling, het Beoordelingskader. Hierin is bij ieder item als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling uitgewerkt wanneer een punt wordt toegekend. Verder is bij ieder item vermeld wanneer geen score wordt toegekend.
4.3.2. De Svb neemt ook zelf het Beoordelingskader tot uitgangspunt en schaart zich achter het advies van het CIZ, nadat de Svb heeft vastgesteld dat een advies van het CIZ op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen en concludent is.
4.3.3. Volgens rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep is het Beoordelingskader aan te merken als vaste gedragslijn en kan het als uitgangspunt voor de beoordeling van een aanspraak op dubbele kinderbijslag worden genomen. Met dat oordeel is echter niet gegeven dat het CIZ niet in een voorkomend geval, waarin de feiten en omstandigheden daartoe aanleiding geven, per item als bedoeld in artikel 3 van de Regeling, zou moeten beoordelen of, in weerwil van de criteria van het Beoordelingskader, sprake is van een situatie van intensieve zorg als bedoeld in artikel 11 van het Buk. Het ligt in een voorkomend geval op de weg van de betrokkene om aan de hand van concrete, verifieerbare, objectieve feiten en omstandigheden aannemelijk te maken dat hiervan sprake is.
Beoordeling van de beroepsgronden
4.4. Partijen zijn verdeeld over de vraag of bij [naam 1] sprake is van een zware zorgbehoefte op de items die genoemd zijn onder 3.2 op grond waarvan sprake is van intensieve zorg. Om te beoordelen of dit zo is, moet gekeken worden naar de situatie van [naam 1] op het moment van de peildatum, 1 april 2023.
4.5. Vaste rechtspraak is dat het advies van de medisch adviseur van het CIZ als deskundigenadvies kan worden aangemerkt als is vastgesteld dat het advies onpartijdig, objectief en inzichtelijk is en zorgvuldig tot stand is gekomen.
4.6. De rechtbank is van oordeel dat de adviezen van het CIZ in dit geval niet zorgvuldig tot stand zijn gekomen. Daarbij acht de rechtbank de volgende punten van belang.
4.6.1. De medisch adviseur heeft de situatie van [naam 1] beoordeeld en op de items gedrag, communicatie, alleen thuis zijn, begeleiding buitenshuis en bezighouden/handreikingen
geen score toegekend. Bij die beoordeling heeft de medisch adviseur zich beperkt tot de vraag of strikte toepassing van het Beoordelingskader leidt tot het toekennen van een punt op die items.
4.6.2. De medisch adviseur heeft zich ten onrechte niet de vraag gesteld of de door eiseres aangedragen feiten en omstandigheden ertoe leiden dat, in weerwil van de criteria van het Beoordelingskader, toch sprake is van een zware zorgbehoefte en daarom een punt moet worden toegekend op de genoemde items. Daarvoor was gelet op de situatie van [naam 1] en de overgelegde documenten in samenhang met de in 4.3.3 genoemde rechtspraak, wel aanleiding. Dat geldt te meer, nu eiseres erop heeft gewezen dat volgens een medewerker van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid uit recent onderzoek is gebleken dat het beoordelingskader in sommige gevallen onvoldoende passend is om intensieve zorg te beoordelen bij kinderen met een psychiatrische aandoening.
4.7. De rechtbank zal het bestreden besluit daarom vernietigen, wegens strijd met de artikelen 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank heeft onvoldoende gegevens om zelf in de zaak te voorzien. De Svb moet het CIZ opnieuw moeten laten onderzoeken of er sprake is van een zware zorgbehoefte op de items gedrag, communicatie, alleen thuis zijn, begeleiding buitenshuis en bezighouden/handreikingen en of er op die items een punt moet worden toegekend. Het onderzoek kan zich daarbij niet beperken tot de vraag of strikte toepassing van het Beoordelingskader leidt tot toekenning van een score op die items. Ook moet in aanmerking worden genomen dat het bij de vraag of er een zware zorgbehoefte op een bepaald item is, gelet op de toelichting bij de Regeling, gaat om de vraag of de zorg die de ouders verlenen aanzienlijk zwaarder is dan de zorg voor een normaal gezond kind van een vergelijkbare leeftijd. Daarnaast ligt het op de weg van het CIZ en/of de Svb om na te gaan of er inderdaad een onderzoek is waaruit blijkt dat het beoordelingskader in sommige gevallen onvoldoende passend is om intensieve zorg te beoordelen bij kinderen met een psychiatrische aandoening, en zo ja, wat daarvan het gevolg is voor de beoordeling van de zorgbehoefte van [naam 1].Conclusie en gevolgen
5. Het beroep is gegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit wordt vernietigd en dat de Svb met inachtneming van deze uitspraak opnieuw op het bezwaarschrift moet beslissen. Omdat het beroep gegrond is moet de Svb het griffierecht aan eiseres vergoeden. Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden.
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 12 maart 2024;
- draagt de Svb op om binnen acht weken na verzending van deze uitspraak een nieuw besluit op het bezwaar van eiseres te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat de Svb het griffierecht van € 51,- aan eiseres moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Eikelenboom, rechter, in aanwezigheid van A. van den Ham, griffier.