Direct naar content gaan

Samenvatting

Verwijzingszaak Hoge Raad 4 juni 2021, 20/02392, ECLI:NL:HR:2021:825, NLF 2021/1199, met noot van Berns.

X (bv; belanghebbende) exploiteert een accountantspraktijk. Wegens het uitblijven van een aangifte vpb 2012 heeft de Inspecteur ambtshalve de aanslag vpb 2012 vastgesteld. Hij heeft hierbij rekening gehouden met de door X in de aangiften omzetbelasting aangegeven omzet over 2012 van € 105.900. X heeft door middel van een alsnog ingevuld aangiftebiljet vpb 2012 bezwaar gemaakt, uitgaande van een omzet van € 87.800. Het bezwaar is ongegrond verklaard. Na door X ingesteld beroep, hoger beroep en cassatieberoep is de zaak door de Hoge Raad verwezen naar Hof Arnhem-Leeuwarden, omdat Hof Den Bosch de regels van een goede procesorde had geschonden.

Het verwijzingshof acht sprake van omkering en verzwaring van de bewijslast. Naar het oordeel van het verwijzingshof heeft de Inspecteur de aanslag vpb 2012 niet naar willekeur vastgesteld.

X heeft niet aannemelijk gemaakt dat haar omzet over 2012 niet € 105.900 heeft bedragen. Ter zitting heeft de Inspecteur echter verklaard de correctie op dit onderdeel te willen beperken tot € 9.432.

In de uitspraak in de IB-zaak van haar dga, 21/00493, ECLI:NL:GHARL:2022:7913, NLF 2022/1897, wordt voor de dga op de voet van artikel 12a Wet LB 1964 voor dat jaar een fictief loon in aanmerking genomen van € 42.000. De Inspecteur heeft ter zitting verklaard dat hij bereid is de fictieve loonkosten bij X te accepteren indien – en tot het bedrag dat – er een gebruikelijk loon in de inkomstenbelasting van de dga in aanmerking wordt genomen. Op grond hiervan dient bij de winstbepaling 2012 van X rekening te worden gehouden met een bedrag aan extra loonkosten van € 42.000. Dit leidt er uiteindelijk toe dat de aanslag vpb 2012 wordt vernietigd en het verlies van X voor het jaar 2012 wordt vastgesteld op € 6.885.

Ten aanzien van een afwaardering van de door X gestelde vordering op een gelieerde vennootschap slaagt zij op geen enkele wijze in het van haar gevraagde bewijs.

Het hoger beroep ten aanzien van de boetebeschikking is voorts ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2012
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
13 september 2022
Rolnummer
21/00645
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:7915
NLF-nummer
NLF 2022/1932
Aflevering
6 oktober 2022
bwbr0002320&artikel=27e,bwbr0002320&artikel=27e

Naar de bovenkant van de pagina