Direct naar content gaan

Samenvatting

In 2019 hebben het kabinet en sociale partners in het Pensioenakkoord een breed pakket aan maatregelen met elkaar afgesproken. Op 30 maart 2022 is de uitwerking daarvan in de Wet toekomst pensioenen (Wtp) door de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen aan de Tweede Kamer aangeboden.

De nieuwe pensioenwet sluit aan bij de huidige arbeidsmarkt, biedt eerder perspectief op indexatie en behoudt de sterkste elementen uit het oude pensioenstelsel. Na behandeling en akkoord in de beide Kamers krijgen werkgeversorganisaties, vakbonden en pensioenfondsen nog enkele jaren om de wijzigingen door te voeren en de deelnemers hierover te informeren.

Het wetsvoorstel

Het wetsvoorstel schept in de eerste plaats ruimte voor nieuwe pensioencontracten die eerder perspectief bieden op een koopkrachtig pensioen. Het pensioen wordt straks beweeglijker en sluit beter aan bij de economische ontwikkelingen van de afgelopen jaren. Als het goed gaat met de economie, dan gaat het verwachte pensioen of de uitkering omhoog. Gaat het economisch slechter? Dan kan het omlaag gaan.

Het tweede doel van dit wetsvoorstel is om pensioen voor de deelnemers transparanter en persoonlijker te maken. Iedereen gaat pensioen opbouwen via een premieregeling. De pensioenpremie staat centraal en wordt voor alle leeftijden gelijk. Met de nieuwe regels voor pensioen zien deelnemers duidelijker hoeveel geld zij en hun werkgever stoppen in hun pensioen en hoe snel dit bedrag groeit.

Ook zorgt het nieuwe pensioenstelsel voor een betere aansluiting op de arbeidsmarkt van nu. Werknemers blijven bijvoorbeeld minder vaak dan vroeger hun hele leven lang bij dezelfde werkgever of gaan aan het werk als zelfstandige. Het wetsvoorstel gaat mee met de tijd om dit soort kwetsbaarheden op te lossen.

In het wetsvoorstel zijn ook afspraken gemaakt om in de transitieperiode (2023-2027) al met de blik van het nieuwe stelsel naar het huidige stelsel te kijken. Pensioenfondsen die de intentie hebben om ook de huidige pensioenen over te zetten naar het nieuwe stelsel (het zogenoemde invaren) mogen onder voorwaarden met versoepelde indexatieregels rekenen. Hierdoor is er ook in aanloop naar de overgang op het nieuwe stelsel al meer zicht op indexatie.

Voor het jaar 2022 wordt door een apart besluit geregeld dat fondsen, vooruitlopend op de nieuwe pensioenwet, ook de ruimte krijgen om sneller te indexeren. Het voornemen is dat dit besluit per 1 juli 2022 in werking treedt.

Afhankelijk van de wetsbehandeling in de Tweede en Eerste Kamer gelden de regels naar verwachting vanaf 1 januari 2023. De sociale partners en pensioenuitvoerders krijgen dan vier jaar de tijd om pensioenregelingen aan te passen aan de nieuwe wetgeving, dus tot 1 januari 2027.

Metadata

Rubriek(en)
Pensioen
Belastingtijdvak
2022 e.v.
Instantie
Ministerie van Sociale Zaken
Datum instantie
30 maart 2022
Rolnummer
36067
Auteur(s)
prof. mr. H.M. Kappelle
Aegon/Vrije Universiteit
NLF-nummer
NLF 2022/0733
Aflevering
14 april 2022
Judoregnummer
JCDI:NFB4946
,bwbr0011353&artikel=10.1,bwbr0011353&artikel=10.2b

Naar de bovenkant van de pagina