Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze zaak oordeelt Rechtbank Zeeland-West-Brabant dat de Inspecteur terecht en tot het juiste bedrag belastingrente aan X (belanghebbende) in rekening heeft gebracht. De Rechtbank stelt vast dat de aangifte IB/PVV 2018 te laat is ingediend. Op grond van artikel 30fc, lid 1 en 2, AWR dient de belastingrente berekend te worden over het tijdvak vanaf zes maanden vanaf het einde van het tijdvak waarover de belasting verschuldigd is en eindigt op de dag voorafgaand aan de dag waarop de aanslag invorderbaar is ingevolge artikel 9 IW 1990 en heeft als grondslag het te betalen bedrag aan belasting. Anders dan X stelt, is het in rekening brengen van belastingrente gebaseerd op een wettelijke grondslag. De berekening van de Inspecteur is juist.

Voor zover X heeft bedoeld te stellen dat de rente onredelijk hoog is, stelt de Rechtbank voorop dat de Rechtbank niet kan oordelen over de redelijkheid van de wettelijke bepalingen inzake de belastingrente.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
31 januari 2023
Rolnummer
21/2149; 21/2156
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:506
NLF-nummer
NLF 2023/0710
Aflevering
30 maart 2023
bwbr0002320&artikel=30fc,bwbr0002320&artikel=30fc,bwbr0002320&artikel=30hb,bwbr0002320&artikel=30hb

Naar de bovenkant van de pagina