Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De Inspecteur heeft naar aanleiding van het zogenoemde Kerst-arrest met inachtneming van het Besluit rechtsherstel van 28 juni 2022 het box 3-inkomen over 2019 van X (belanghebbende) herberekend.

Hij heeft voor bank- en spaartegoeden een rendement in aanmerking genomen van 0,08% (te weten € 384), voor het overige vermogen (de tweede woning) een rendement van 5,59% (te weten € 9.838) en voor de schulden een negatief rendement van 3% (te weten € 254), waardoor het totale rendement € 9.968 bedraagt. Dit roept de vraag op of aan X in afwijking van het Besluit rechtsherstel meer compensatie moet worden geboden. In casu is enkel in geschil of in verband met de tweede woning meer compensatie moet worden geboden; de heffing over de bank- en spaartegoeden is niet in geschil. Rechtbank Den Haag beantwoordt de hiervoor vermelde vraag ontkennend.

De Rechtbank stelt in dit verband voorop dat naar haar oordeel onder werkelijk behaald rendement ook ongerealiseerde waardestijgingen kunnen worden begrepen. In dit geval kan de (ongerealiseerde) waardestijging van de tweede woning over het onderwerpelijke jaar dus in beginsel ook de box 3-heffing daarover rechtvaardigen. Gegeven de omvang van de waardestijging van € 16.000, afgezet tegen het door de Inspecteur in aanmerking genomen rendement van € 9.838, bestaat geen aanleiding X meer rechtsherstel te bieden voor de tweede woning. Dat hierbij wordt uitgegaan van de voor de bewuste onroerende zaak vastgestelde WOZ-waarden, is in lijn met de uitgangspunten van de Wet IB 2001.

Het beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2019
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
5 december 2022
Rolnummer
20/6263
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2022:13422
Auteur(s)
mr. T.C. Hoogwout
Erasmus Universiteit Rotterdam / Zelfstandig belastingadviseur
NLF-nummer
NLF 2023/0109
Aflevering
12 januari 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5535

Naar de bovenkant van de pagina