Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Op 14 december 2009 is de eigen woning van X (belanghebbende) en haar echtgenoot door de bank op een veiling verkocht voor € 260.000. Na de veiling resteert nog een schuld aan de bank (de restschuld).

In geschil is of X in 2015 en 2017 recht heeft op aftrek eigenwoningrente. Het zou rente betreffen over de restschuld.

X heeft geen bewijsstukken overgelegd waaruit volgt dat in 2015 en/of in 2017 rente op de restschuld is betaald of is bijgeschreven. De stukken in het dossier en de verklaringen van X en haar echtgenoot zijn naar het oordeel van Hof Amsterdam onvoldoende om desalniettemin enig bedrag aan rente in aanmerking te nemen. De aanslagen IB/PVV 2015 en 2017 blijven in stand.

De Hoge Raad heeft op 10 januari 2025 het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar artikel 81 Wet RO.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2015-2017
Instantie
Hoge Raad
Datum instantie
10 januari 2025
Rolnummer
24/03252
ECLI
ECLI:NL:HR:2025:45

Naar de bovenkant van de pagina