Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Rechtbank Den Haag heeft in een uitspraak op verzet geoordeeld dat X (belanghebbende) de verzending van de uitspraak op bezwaar niet in twijfel heeft getrokken en dat dit meebrengt dat uitspraak op bezwaar is gedaan voordat beroep is ingesteld wegens het niet tijdig beslissen. Het beroep is daarom terecht niet-ontvankelijk verklaard, aldus de Rechtbank.

X betoogt in cassatie dat het oordeel van de Rechtbank onbegrijpelijk is gemotiveerd omdat hij in beroep de verzending van de uitspraak wel heeft betwist.

In een op 6 augustus 2020 door de Rechtbank ontvangen stuk heeft X over de uitspraak op bezwaar geschreven: ‘(…) en wie zegt mij dat de heffingsambtenaar het stuk op de post heeft gedaan. Uit het dossier blijkt dat immers niet.’ Die zinsneden kunnen niet anders worden uitgelegd dan als bestrijding van de verzending van de uitspraak op bezwaar. Dat heeft de Rechtbank miskend. Gelet hierop verklaart de Hoge Raad het cassatieberoep gegrond.

De zaak is verwezen naar Rechtbank Noord-Nederland voor een nieuwe beoordeling van het verzet.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
onbekend
Instantie
HR
Datum instantie
26 november 2021
Rolnummer
21/02246
ECLI
ECLI:NL:HR:2021:1759
Auteur(s)
mr. drs. M.T.M. Hennevelt
Hof Arnhem-Leeuwarden
NLF-nummer
NLF 2021/2261
Aflevering
2 december 2021
Judoreg
NFB4680

Naar de bovenkant van de pagina