Samenvatting
De Ontvanger heeft in een mededeling aan X (belanghebbende) kenbaar gemaakt dat hij aan X uit te betalen termijnen heeft verrekend met een openstaande belastingschuld. Hierna resteerde nog een openstaande belastingschuld. X heeft bezwaar gemaakt tegen die verrekening.
Na de Ontvanger in gebreke te hebben gesteld, is X in beroep gekomen bij Rechtbank Gelderland wegens het niet tijdig beslissen op het bezwaar tegen de verrekening. Voorts heeft hij de Rechtbank verzocht een dwangsom vast te stellen. De Rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard.
Hof Arnhem-Leeuwarden heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd.
X heeft cassatieberoep ingesteld, maar de Hoge Raad verklaart dat ongegrond.
Terecht heeft het Hof geoordeeld dat uit de omstandigheid dat bij de bestuursrechter niet kan worden opgekomen tegen een besluit van de Ontvanger over de verrekening van uit te betalen en te ontvangen bedragen volgt dat het ook niet mogelijk is om bij de bestuursrechter op te komen tegen het uitblijven van een beslissing op een bezwaar tegen een dergelijk verrekeningsbesluit. Voor zover de klachten tegen dit oordeel opkomen falen zij daarom.
De overige klachten worden met toepassing van artikel 81 Wet RO verworpen.