Direct naar content gaan

Samenvatting

Aan een tot X (fiscale eenheid; belanghebbende) behorende bv is door de Inspecteur van de Belastingdienst/Douane vergunning verleend om een particulier douane-entrepot als bedoeld in artikel 99 CDW te beheren.

De bv heeft in opdracht van een derde een partij nikkel onder het stelsel van douane-entrepots geplaatst en doen opslaan in haar douane-entrepot. In of omstreeks het vierde kwartaal van 2012 is deze partij nikkel uit het douane-entrepot gestolen. Na ontdekking van de diefstal in januari 2013 heeft de bv de Belastingdienst/Douane van die diefstal op de hoogte gebracht.

De eigendom van de partij nikkel was gecertificeerd in toondercertificaten. De certificaten van de partij nikkel werden tijdens de periode van opslag in het douane-entrepot, ook dagelijks, veelvuldig verhandeld via de London Metal Exchange. Het is achteraf niet mogelijk gebleken om te bepalen wie ten tijde van de diefstal de rechten van eigenaar op die partij kon uitoefenen.

Naar aanleiding van de melding van de diefstal heeft de Belastingdienst/Douane vastgesteld dat de partij nikkel aan een douaneregime is onttrokken en dat daarom wegens invoer van de partij nikkel omzetbelasting verschuldigd is geworden. De Inspecteur heeft de bv aangewezen als degene die de ter zake van deze invoer verschuldigde omzetbelasting moet voldoen. De bv heeft met dagtekening 1 mei 2013 daarvoor een uitnodiging tot betaling ontvangen.

Voor Hof Den Bosch was in geschil of X het recht heeft om bij haar aangifte over het tijdvak mei 2013 de op 1 mei 2013 bij uitnodiging tot betaling van de bv geheven omzetbelasting in aftrek te brengen op de over dat tijdvak verschuldigde omzetbelasting.

Het Hof heeft die vraag ontkennend beantwoord. Het recht op aftrek is volgens het Hof uiterlijk in januari 2013 ontstaan en X had dit recht daarom moeten uitoefenen bij de aangifte over het tijdvak januari 2013. Reeds omdat het recht op teruggaaf niet in het tijdvak mei 2013 is ontstaan, heeft de Inspecteur naar het oordeel van het Hof het verzoek om teruggaaf over de maand mei 2013 terecht afgewezen.

Op het cassatieberoep van X oordeelt de Hoge Raad dat het oordeel van het Hof op een onjuiste rechtsopvatting berust. De verschuldigde omzetbelasting komt pas voor aftrek in aanmerking wanneer de ondernemer in het bezit is van een document waarin is opgenomen de mededeling van het verschuldigde bedrag aan omzetbelasting (bij invoer: een uitnodiging tot betaling).

Desondanks wordt het cassatieberoep van X ongegrond verklaard.

De omstandigheid dat X is aangewezen als de importeur, volstaat voor X niet om de ter zake van invoer van hem geheven omzetbelasting in aftrek te mogen brengen. Daarvoor is op grond van artikel 15, lid 1, Wet OB 1968 vereist dat de goederen – in het onderhavige geval: de partij nikkel – door X voor belaste handelingen worden gebruikt. Personen die goederen invoeren waarvan zij niet de eigenaar zijn, kunnen het recht op aftrek niet uitoefenen, tenzij kan worden vastgesteld dat de kosten van die ingevoerde goederen zijn opgenomen in de prijs van de bijzondere handelingen in een later stadium, of in de prijs van goederen en diensten die door de belastingplichtige in het kader van zijn economische activiteit worden verricht.

Aangezien het Hof heeft vastgesteld dat X niet de eigenaar was van de partij nikkel, kan X het recht op aftrek dus alleen uitoefenen indien zij de kostprijs van de in opslag gehouden partij nikkel heeft opgenomen in de prijs van haar dienstverlening – dat wil zeggen: de opslagdiensten – dan wel de kostprijs van die partij als algemene kosten heeft opgenomen in de prijs van goederen of diensten die de bv in het kader van haar bedrijfsactiviteiten verricht. Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft geoordeeld dat aan geen van deze beide voorwaarden is voldaan, aldus de Hoge Raad.

Conform Conclusie A-G Ettema (NLF 2019/1895, met noot van Spiessens).

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
mei 2013
Instantie
HR
Datum instantie
30 april 2021
Rolnummer
18/02889
ECLI
ECLI:NL:HR:2021:674
Auteur(s)
mr. E. Polak
Mazars/ raadsheer-plaatsvervanger Hof Arnhem-Leeuwarden
NLF-nummer
NLF 2021/1017
Aflevering
20 mei 2021
Judoreg
NFB4326
bwbr0002629&artikel=15&lid=1,bwbr0002629&artikel=15&lid=1,bwbr0002629&artikel=23,bwbr0002629&artikel=23,celex32006l0112&artikel=167,celex32006l0112&artikel=167,celex32006l0112&artikel=168,celex32006l0112&artikel=168,celex32006l0112&artikel=178,celex32006l0112&artikel=178,celex32006l0112&artikel=71,celex32006l0112&artikel=71

Naar de bovenkant van de pagina