Vereiste aangifte niet gedaan; correctie zakelijke huur; redelijke schatting
Hof Den Bosch, 11 september 2024
Samenvatting
De Inspecteur heeft aan X (belanghebbende) voor het jaar 2017 een aanslag vpb opgelegd naar een belastbare winst van € 21.300.
Hof Den Bosch oordeelt dat de bewijslast moet worden omgekeerd, omdat X niet de vereiste aangifte heeft gedaan. Het risico van een onjuiste adressering van de uitnodiging, herinnering en aanmaning tot het doen van aangifte ligt in dit geval bij X, omdat zij geen nieuw adres heeft doorgegeven nadat het Luxemburgse adres was komen te vervallen.
X heeft ten onrechte geen zakelijke huur in rekening gebracht bij persoon A. Het Hof acht het niet willekeurig dat de Inspecteur A in 2017 beschouwt als de UBO en dus de feitelijke aandeelhouder van X.
Het Hof oordeelt dat de schatting van de Inspecteur redelijk is, ondanks dat hij de geschatte huuropbrengsten heeft gebaseerd op de eerst vastgestelde WOZ-waarde. De geschatte huur is nog altijd minder dan 10% van de waarde van de onroerende zaak. X heeft niet overtuigend aangetoond dat de aanslag tot een te hoog bedrag is vastgesteld.
Het hoger beroep is ongegrond.
BRON
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1 Ontstaan en loop van het geding
2 Feiten
3 Geschil en conclusies van partijen
4 Gronden
-
[UBO] was mede-eigenaar van de onroerende zaak ten tijde van de verkoop op 1 augustus 2003 en levering op 7 november 2003 ervan (zie 2.3);
-
Hij was tevens aanmerkelijkbelanghouder van de vennootschap die eveneens destijds mede-eigenaar en verkoper van de onroerende zaak was, [bedrijf 1] B.V. (eigen verklaring van belanghebbende over het aandelenbelang van [UBO] in [bedrijf 1] B.V. van 9%) en 2.3 waarin deze vennootschap als (mede)verkoper is vermeld;
-
Hij was bestuurder van de vennootschap die op 1 oktober 2010 met belanghebbende een huurovereenkomst is aangegaan voor een gedeelte van circa 200 m2 van de onroerende zaak (zie 2.4);
-
Hij woont in de woning naast de onroerende zaak (zie 2.5);
-
Niet in geschil is dat [UBO] de onroerende zaak deels in gebruik heeft gehad in zowel 2017 als voorgaande en latere jaren voor verwerking en opslag van hout in het kader van zijn eenmanszaak (o.a. proces-verbaal van de zitting bij het hof);
-
In de Luxemburgse Kamer van Koophandel is geregistreerd dat belanghebbende per [datum 2] 2018 drie bestuurders heeft, onder wie [naam 3] , die naar het hof aannemelijk acht, de moeder van [UBO] is;
-
Hij is eigenaar van de onroerende zaak vanaf 13 april 2021 (koop 4 maart 2021).
5 Beslissing
-
verklaart het hoger beroep ongegrond;
-
bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
-
Bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
-
(Alleen bij procederen op papier) het beroepschrift moet ondertekend zijn;
-
Het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
-
de naam en het adres van de indiener;
-
de dagtekening;
-
een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
-
e gronden van het beroep in cassatie.
Metadata
Formeel belastingrecht