Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) woont vanaf 2012 in Duitsland.

In het jaar 2017 heeft X vanuit Nederland een AOW-uitkering ontvangen van € 14.751 en pensioenuitkeringen van in totaal € 48.882.

In geschil is een aan X na het opleggen van de aanslag IB/PVV 2017 gegeven verminderingsbeschikking.

Op grond van artikel 17, lid 2, Verdrag Nederland-Duitsland (2012) is het heffingsrecht over de pensioenuitkeringen (ook) aan Nederland toegewezen, nu het totale brutobedrag ervan in 2017 de som van € 15.000 te boven gaat.

X stelt dat sprake is van onrechtmatige dubbele belastingheffing. Hij heeft deze stelling niet onderbouwd met gegevens over de Duitse belastingheffing. Indien echter sprake zou zijn van dubbele belastingheffing, dient X, als inwoner van Duitsland, in Duitsland voorkoming van dubbele belasting te vragen. Deze beroepsgrond slaagt daarom niet.

De stelling van X dat de grens van € 15.000 betekent dat sprake is van discriminatie, faalt eveneens (vgl. HR 14 oktober 2022, 21/04276, ECLI:NL:HR:2022:1437, NLF 2022/2168, met noot van Douven).

Hof Den Haag oordeelt ten slotte dat bij de verminderingsbeschikking ten onrechte de overgangsregeling van de Goedkeuringswet bij het belastingverdrag 2012 ook (deels) op de AOW-uitkering is toegepast. Dit betekent dat de aanslag, na de verminderingsbeschikking, eerder te laag dan te hoog is vastgesteld.

Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Internationaal belastingrecht
Belastingtijdvak
2017
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
14 augustus 2024
Rolnummer
22/2324
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2024:2584
NLF-nummer
NLF 2024/2428
Aflevering
29 oktober 2024

Naar de bovenkant van de pagina