Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Verwijzingszaak Hoge Raad 19 januari 2024, 22/02976, ECLI:NL:HR:2024:54, NLF 2024/0254, met noot van Kossen.

In deze procedure heeft Hof Amsterdam uitspraak in de hoofdzaak gedaan terwijl een wrakingsverzoek aanhangig was bij de wrakingskamer van het Hof. Daarmee was sprake van een inbreuk op de eisen van een behoorlijke rechtspleging. De Hoge Raad heeft de zaak teruggewezen.

In geschil is of Rijnvarende X (belanghebbende) voor de periode van 1 maart tot en met 31 december 2016 in aanmerking komt voor vrijstelling van premies volksverzekeringen, of hij aanspraak kan maken op een verrekening van de in Liechtenstein betaalde socialezekerheidspremies en of hij recht heeft op een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting.

Verwijzingshof Amsterdam oordeelt dat de Inspecteur en de belastingrechter zijn gebonden aan de A1-verklaring. X heeft geen recht op vrijstelling voor premies volksverzekeringen. Hij komt voorts niet in aanmerking voor een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting ter zake van zijn looninkomsten uit Liechtenstein.

De stukken van het geding bevatten geen aanwijzingen dat het bevoegde Liechtensteinse orgaan de in 2016 voor X betaalde premies heeft overgemaakt aan het bevoegde orgaan in Nederland. Daarmee is niet voldaan aan de voorwaarden van artikel 73, lid 2, Toepassingsverordening. De Inspecteur was daarom in dit geval nog niet gehouden om tot verrekening over te gaan.

Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Sociale verzekeringen
Belastingtijdvak
2019
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
31 oktober 2024
Rolnummer
24/89
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2024:3135
NLF-nummer
NLF 2024/2655
Aflevering
26 november 2024

Naar de bovenkant van de pagina