Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

De WOZ-waarde van het appartement (met berging) van X (belanghebbende) is per waardepeildatum 1 januari 2017 vastgesteld op € 396.000. X heeft (hoger) beroep ingesteld en bepleit een lagere waarde.

Het betoog van X dat de hoorplicht is geschonden, wordt door Rechtbank Amsterdam en Hof Amsterdam verworpen. X heeft in zijn bezwaarschrift niet verzocht om een hoorzitting, zodat de Heffingsambtenaar niet gehouden was om een hoorzitting te organiseren. Het beroep op paragraaf 9, lid 1, Bfb slaagt niet omdat dit besluit enkel verbindend is voor de Rijksbelastingdienst, aldus het Hof.

Het Hof acht de door de Heffingsambtenaar gehanteerde vergelijkingsobjecten goed bruikbaar om te dienen ter onderbouwing van de voorgestane waarde van de woning. Hij heeft voldoende rekening gehouden met de verschillen tussen de woning en de vergelijkingsobjecten en heeft de waarde volgens het Hof niet te hoog vastgesteld. Ook de stelling van X dat de meerderheidsregel is geschonden wordt verworpen.

Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
4 maart 2021
Rolnummer
19/01636
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2021:964
NLF-nummer
NLF 2021/0921
Aflevering
29 april 2021
bwbr0007119&artikel=17,bwbr0007119&artikel=17,bwbr0037657,bwbr0037657

Naar de bovenkant van de pagina